CD Recensies

MOZART: VIOOLCONCERTEN NR. 1-5 E.A., FAUST

Mozart: Vioolconcerten nr. 1-5; Rondo’s voor viool en orkest in Bes KV 269 en in C KV 373; Adagio voor viool en orkest in E KV 261. Isabelle Faust met Il giardino armonico o.l.v. Giovanni Antonini. Harmonia Mundi HMC 90.2230/1 (2 cd’s, 2 u. 09’29”). 2015

 

Natuurlijk waren er al pogingen op cd om Mozarts op negentienjarige leeftijd geschreven werken voor viool en orkest muziekhistorisch verantwoord vast te leggen. Dat begon bij Simon Standage (Oiseau Lyre 433.045-2), zette zich voort bij Monica Huggett (Virgin 545.010-2, 545.060-2) en vond een hoogtepunt bij Giuliano Carmignola (Archiv 477.7371).

Maar deze nieuwe uitgave onderscheidt zich van deze notoire voorgangers. Dat zit mede in het spitituele aandeel van Il giardino armonico, als in het gebruik van mooie, interessante nieuwe cadensen van Andreas Staier, de (forte)pianist.

Zijn redenatie is: Mozarts eigen instrument was niet zozeer de viool als wel de piano. Dit maakte dat hij eerder polyfonisch en improviserend dan melodisch dacht en daar maakt hij nu gebruik van. Opzienbarend is de uitkomst misschien niet, maar wel interessant en passend mooi.

Van doorslaggevender betekenis is wat Isabelle Faust van de solopartijen maakt. Terecht beschouwt ze de werken serieus, maar neemt ze ook weer niet al te ernstig. Ze speelt derhalve heel fijnzinnig met een lichte toets en erg subtiel terwijl de toon toch voldoende solistische draagkracht heeft en dat ze enig speelt rubato niet mijdt. Zo verleent ze deze werken een unieke persoonlijkheid die luchtig, ongerept is zonder zich te hoeven inhouden. Maar in de sprankelende cadensen is ze steeds wat robuuster.

De muziek klinkt heel elegant met vrolijke en haast spottende elementen door haar juiste stijlgevoel en Il giardino armonico begeleidt fris en veerkrachtig.

Met alle waardering voor Carmignola, Julia Fischer (Pentatone PTC 5186-453) en Kavakos (Sony 82876-84241-2) is er voor wie dit stel werken nu aanschaft veel voor te zeggen om Isabelle Faust te kiezen. We zijn wel een heel stuk gevorderd sinds de opnamen van de destijds onovertroffen Arthur Grumiaux (Philips 422.938-2) in 1964 werden gemaakt.