Mozart: Ch’io mi scordi di te? KV 505; Alma grande e nobil core KV 578; Ah questo seno deh vieni … Or che il cielo KV 374; Basta, vincesti…Ah, non lasciarmi, no KV 486a; Rondo Al desio, di chi t’adora KV 577 (Anh. 177); Conservati fedele KV 23; Voi avete un cor fedele KV 217; Misero me!.. misero pargoletto KV 77; Nehmt meinen Dank, ihr holden Gönner KV 383. Miranda van Kralingen (s) met het Europees kamerorkest o.l.v. Ed Spanjaard. Briljant Classics 95051/120 (54’52”). 2002
De naam Concertaria’s zou wat overdreven zijn voor deze uitgave. Sommige aria’s werden inderdaad voor concertgebruik geschreven, andere waren bedoeld als toevoegingen of vervangers van opera’s van andere componisten wat in de achttiende eeuw een niet ongebruikelijke procedure was.
Een van de bekoorlijkheden van deze cd is dat we wat meer kunnen ervaren van de zangeressen voor wie Mozart deze aria’s schreef. Vaak werden ze op de stem van iemand toegespitst gecomponeerd. Een duidelijk blijk daarvan is de hoogbegaafde Aloysia Weber (na haar huwelijk Lange) aan wie Mozart veel werken opdroeg. Nog steeds vormen die aria’s een uitdaging voor huidige zangeressen.
Miranda van Kralingen opent met de bekende concertaria ‘Ch’io mi scordi di te’ waarin ze fijnzinnig door een anonieme pianist wordt begeleid. Deze aria was bestemd voor Nancy Storage, zin eerste Susanna in Le nozze di Figaro. Ze meer door haar intelligentie en levendigheid bekend dan om haar zuivere stem. Dat doet Miranda van Kralingen met haar wel pure, rijke en geschakeerde stem vergeten.
Haar stem bezit een aantrekkelijk uitgesproken persoonlijk vibrato en ze weet er goed vocaal mee te acteren. Alleen in het hoogste register is de stem niet steeds helemaal betrouwbaar.
‘Basta vincesti’ op tekst van Metastasio werd geïnspireerd door een aria van Galuppi en was bestemd voor Dorothea Wendling in Mannheim en het charmante rondo met twee obbligate bassethoorns ‘Al desiom di chi t’adora’ op mogelljk een tekst van Da Ponte voor Adriana Ferraresi del Beni om in 1789 in een Weense Nozze opvoering te zingen. Mirandi van Kralingen voorziet deze aria van fraai passagewerk.
‘Misero mi’, weer op tekst van Metastasio, werd in 1770 in Milaan geschreven en begint met een lang onbegeleid recitatief dat goed van dramatiek wordt vervuld. Toepasselijk eindigt het recital met het enige Duitstalige fragment, het bekende ‘Nehmt meinen Dank’ dat weer voor Aloysia werd geschreven in 1782.
Deze cd is losgekoppeld van de volledige opname van Mozarts concertaria’s en liederen (Brilliant Classics 99731 (8 cd’s). Fijn dat dit deel van het meestal onbekende materiaal in zo goede vorm bijeen is en alle eer voor Van Kralingen en haar aandeel. De begeleidingen zijn heel stijlvol en levendig in meest vlotte tempi verzorgd door de enthousiaste Europeanen onder de helaas nogal onderschatte Ed Spanjaard.
Het loont de moeite om dit repertoire, waarin Mozart hoofd- en bijwegen insloeg, wat nader te leren kennen.