Martucci: Pianotrio’s nr. 1 in C op. 59, 2 in Es op. 62; Pianokwintet in C op. 45; Momento musicale e minuetto; 3 Stukken van Händel (bew). Maria Semeraro (p) met het Noferini kwartet. Brilliant Classics 94968 (2 cd’s, 2u. 22’31”). 2014
In het Italië van de tweede helft negentiende eeuw roeide Giuseppe Martucci (1856-1909) enigszins tegen de stroom in door zich niet als operacomponist te manifesteren, maar door zich na studie in Napels als pianist te profileren en lof te krijgen van Liszt en Anton Rubinstein. Zelf werd hij later directeur van de conservatoria in Bologna en Napels, maar ook dirigeerde hij de eerste opvoering van Wagners Tristan in Italië. Zijn symfonie nr. 2 werd wel beschouwd als een beginpunt van de Italiaanse non-opera cultuur. Toscanini was een groot pleitbezorger van zijn orkestwerken (Dante LYS 466/8).
In zijn kamermuziekwerken klinkt iets Schumannesks door, men zou zelfs ook aan Elgar kunnen denken. Hoe hoger hert opusnummer, hoe duidelijker ’s componisten persoonlljkheid blijkt. Het gaat om uitgesproken lyrische, warm chromatische werken die enigszins de beter salonsfeer ademen en waarvan er hier drie voldragen composities zijn uitgezocht, aangevuld met wat aardige Händelbewerkingen voor strijkkwartet van een menuet, een musette en een gavotte.
Maria Semeraro en het Noferini kwartet weten deze muziek hoorbaar gemotiveerd en goed toegerust heel mooi tot leven te wekken.