MacMillan: Vioolconcert; Symfonie nr. 4. Vadim Repin (v), Gillian de Groote (stem) met het BBC Schots symfonie orkest o.l.v. Donald Runnicles. Onyx ONYX 4157 (65’24”).
Bij de wereldpremière in 2010 werd Vadim Repin begeleid door Valery Gergiev aan wie het is opgedragen net als aan Ellen MacMillan (1935-200), nu door David Runnicles aan wie de symfonie nr. 4 uit 2015 is opgedragen ter gelegenheid van diens zestigste verjaardag.
Beide werken zijn vervuld van invloeden uit zijn Schotse afkomst, Keltische muziek, sociaal bewustzijn en wat verder weg door Scandinavische en Oost-Europese muziek al zal lang niet iedereen die herkennen.
Het vioolconcert telt drie delen: Dance, Song, en Song and dance. Wat we horen is een hyperactieve, tumultueuze muziek die een paar keer aandachtig luisteren vraagt om geheel te doorgronden. Het tweede deel, dat begint met een kostelijk hobothema is lyrischer, expressiever van aard en schijnt met zijn in dit geval Ierse achtergrond op jeugdherinneringen terug te gaan. De fijnzinnige begeleiding is opmerkelijk. In de finale is sprake van een soort samenvatting van de eerdere delen,hoewel de Song kant daarbij wat tekort komt. Opmerkelijk is dat hier een Duits tekstfragment is ingelast dat hetzij door orkestleden, hetzij door één stem wordt gesproken. Hier is voor een gemengde vorm gekozen, eerst horen we meerdere stemmen, dan de solovorm met Gillian de Groote.
De vioolsolist krijgt het niet makkelijk in dit fascinerende concert, maar Repin speelt zijn soli geweldig.
De vierde symfonie is in tegenstelling tot zijn voorgangers niet programmatisch, doch abstract. Het gaat om een nogal zwaar en lichtelijk exotisch georkestreerd (namelijk met een bezetting van dubbele houtblazers, vier hoorns, drie trompetten, 3 trombones, tuba, pauken, verder slagwerk, piano, harp, celesta en strijkers) eendelig werk van 37’55” lengte als eerbetoon aan de Schotse componist Robert Carver (ca. 1485 – ca. 1570).
Het is een van veel verbeelding getuigend, maar ook complex werk vol dramatische gebaren, maar ook met fijnzinnige passages die veel finesse van de uitvoerenden vergen. Gelukkig krijgt ook dit werk een heel waardige en toegewijde verklanking. Twee essentiële nieuwe bijdragen aan de MacMillan discografie.