CD Recensies

MOZART: MIS NR. 18; EXSULTATE JUBILATE, SUZUKI

Mozart: Mis nr. 18 in c KV 427; Motet ‘Exsultate jubilate’ KV. 165. Carolyn Sampson (s), Olivia Vermeulen (ms) , Makoto Sakurada (t) en Christian Immler (b) met het Bach collegium Japan o.l.v. Masaaki Suzuki. BIS SACD 2171 (71’17”). 2016

 

Mozart begon aan de Mis in c kort na zijn bruiloft met de sopraan Constanze Weber in augustus 1782. Mogelijk zong Constanze de sopraanpartij tijdens de première. Met het werk vervulde Mozsart een belofte die hij voordien had gedaan, namelijk dat hij een dankmis zou componeren voor het huwelijk.

Het is een ambitieus werk geworden dat terecht de bijnaam ‘Große Messe’ voert. Mogelijk is het Mozarts beste, grootste koorstuk. Ook al heeft hij het om onduidelijke reden nooit voltooid. Daarvoor zorgden onder anderen Howard Chandler Robbins Landon en Franz Beyer in 1989.

Mozart had tijdens zijn dienstverband bij de Salzburgse aartsbisschop al meer dan tien missen geschreven, maar in Wenen ontdekte hij de muziek van de meesters der barok, Bach en Händel, maakt hij ook kennis met de missen van Haydn en dat was van grote invloed op zijn eigen composities.

De mis in c is veel veel grootser en complexer dan de Salzburgse missen, met meer versieringen en met meer invloed van de grootse traditie van de barok, de fuga. Veel van de koralen zijn ernstig en somber, maar heel wat soli zijn daarentegen geënt op opera-aria’s met briljante coloraturen. Dergelijke stijlcontrasten versterken de expressieve kracht.

Na het in ongunstige akoestiek opgenomen Requiem (BIS SACD 2091) uit 2013 klinkt deze opname een stuk plausibeler. Dat blijkt meteen in de wat geheimzinnige beginmaten van het Kyrie die al snel van licht vervuld worden.

Suzuki toont een feilloos gevoel voor de juiste tempi (vooral niet te snel) en weet met name hoe hij de dramatische kracht van het kooraandeel vorm moet geven; geen detail ontsnapt aan zijn aandacht. Carolyn Sampson, die ook Laudamus zingt in plaats van een tweede sopraan, heeft een stem met kristalijne schittering en zingt engelachtig. Ook de andere solisten presteren op hoog niveau en het orkest reageert gevoelig in nuancering. Is er iemand die trompetten in het Credo en de hoorns in het Incarnatus mist?

Fijn dat Sampson ook nog te horen is in een prachtig Exsultate jubilate.

Zo is een in sommige opzichten overtreffende trap aan het stel historiserende interpretaties van deze mis toegevoegd. Na Gardiner (Philips 420.210-2) uit 1988 volgden met name Herreweghe (Harmonia Mundi HMC 90.1393), McCreesh (DG 478.5409), Christie (Erato 3984-26093-2), Hempfing (AVI 8553147), Christophers (Coro COR 16084), Langrée (Virgin 359.309-2), Krivine (Naïve V 5043) en Harnoncourt (Teldec 8.43120) zegt die hoge waardering best wat.