CD Recensies

MEYERBEER: LIEDEREN, ROTEM

Meyerbeer: Liederen 1. Le ricordanze; De’ miei giorni sull’aurora, ‘Délire’; Il nascere e il fiorire d’una rosa; Sceglier fra mille un core; Da voi, da voi, cari lumi; Giura il nocchier; Bei labri che amore; Se non ti mono allato; Basta dir ch’io sono amante; La dame invisible; Rachel à Nepthali; La ballade de la reine Marguérite de Valois; Sur le balcon; Le baptême; La folle de St.Joseph; Chant de mai; Nella; Komm ‘Du schönes Fischermädchen; Die Rose, die Lilie, die Taube; Hör ich ein Liedchen klingen; Suleika; Mina ‘Lied des venezianischen Gondoliers. Sivan Rotem (s) en Jonathan Zak (p). Naxos 8.572367 (71’54”). 2009

 

Meyerbeer: Liederen 2. La Marguerite du poète; Chant des moissoneurs vendéens; Die Rosenblätter; Hirtenlied; A une jeune mère; La fille de l’air; Le poète mourant; A Venezia; Le voeu oendant l’orage; La barque légère; Sonntagslied; Près de toi; Sicilienne; La pauvre Louise; Soave l’istante; Ständchen; Fantaisie; Ballade dans la comédie Murillo. Sivan Rotem (s), Jonathan Zak (p), Danny Erdman (kl) en Hillel Zori (vc). Naxos 8.573696 (70’42”). 2015

 

Zijn collega’s konden Giacomo Meyerbeer nooit vergeven dat hij een van Europa’s rijkste mensen was. Geboren in 1791 in Tasdorf bij Berlijn in een bankiersfamilie, kon hij het zich veroorloven om naar de beste leermeesters als Clementi, Zelter en Vogler af te reizen, de Europese muziekscène in zich op te zuigen en rustig de tijd te nemen.

In was hij even in Wenen, in 1814 vestigde hij zich in Parijs en waarschijnlijk door zijn aanwezigheid vertrok Rossini van daar terug naar Italië, waarheen Meyerbeer hem eind 1816 volgde. Bekend werd hij vooral als grondlegger van de ‘grand’ opéra’ met werken als Robert le diable, Les Huguenots en La prophète.

Maar hij werkte ook op kleiner, intiemer schaal en schreef liederen. Voor de teksten, heel kosmopolitisch in Duits, Frans en Italiaans,  greep hij zelden naar grote dichters, maar dat was voor dit type werk dat we als salonmuziek kunnen beschouwen ook niet echt nodig. De bezongen onderwerpen gaan niet alleen over vreugde en verdriet in de  liefde, arcadische idylles en bepaalde persoonlijkheden, maar er worden ook religieuze thema’s aan de orde gesteld.

Dat blijkt meteen uit een stel Italiaanse canzona’s uit 1810, waarvan ‘Il nascere e il fiorire d’una rosa’ een ideaal specimen is, zeker wanneer we bedenken dat het lied door een negentienjarige werd gecomponeerd.

In de Parijse salons zal het Franstalige lied ‘La ballade de la reine Marguérite de Valois’ (1829) zeker ontroering teweeg hebben gebracht. Opvallend is verder bijvoorbeeld ‘Sur le balcon’ (1845). Minder markant zijn de Duitse Lieder, al zijn ‘Komm, du schönes Fischermädchen’ (1837) en ‘Mina’ (1837) best de moeite van het aanhoren waard.

Om daarvoor te zorgen wordt best veel qua techniek, fantasie en expressievermogen van de vertolker verlangd. De Israëlische sopraan Silvan Rotem staat gelukkig ver boven de materie en blijkt heel goed in staat te zijn om dit onbekende repertoire met groot gevoel voor de juiste uitdrukking glans te verlenen, daarbij goed terzijde gestaan door Jonathan Zak en – waar nodig – twee andere instrumentalisten. Fijn is dat terloops ook sprake is van een stel cd wereldpremières.