Moszkowski: Spaanse dansen op. 12 nr. 1-5 (bew. Sauret); Stukken voor viool en piano op. 82 nr. 1-4; 2 Concertstukken op. 16 nr. 1 en 2; Suite voor 2 violen op. 71; Étincelles op. 36/6 (bew. Heifetz); Guitarre op. 45/2. Nazrin Rashidovan en Daniel Grimwood. Naxos 8.573410 (78’26”). 2015
Moszkowski: Pianoconcerten in E op. 59 en in a op. 17. Piers Lane met het BBC Schots symfonie orkest o.l.v. Jerzy Maksymiuk. Hyperion CDA 66452 (72’25”). 1991
Moszkowski: Spaanse dansen op. 12 nr. 1-5; Album espagnol op. 21; Poolse volksdansen; Nieuwe Spaanse dansen; Walsen op. 8 nr. 1-5; Deutsche Reigen op. 25; Pianostukken op. 33 nr. 1-4; Le maître et l’élève op. 96; Pianostukken op. 11 nr. 1-3; Aus aller Herren Ländern op. 23; Pianostukken op. 43 nr. 1, 2; Kaleidoskop op. 74. Domenico Monaco en Michele Solimando. Brilliant Classics 94835 (3 cd’s, 3u. 03’37”). 2013
Dit boeket kamermuziek van de Pools-Duitse componist en pianist/violist Moritz Moskowski (1854-1925) wekt jeugdherinneringen. Toen hoorde ik door de radio regelmatig wat voor betere salonmuziek doorging van deze componist. Daarna verdween hij eigenlijk geheel van het toneel, maar deze nieuwe kennismaking bevalt eigenlijk best.
De componist roept een sfeer op uit een tijd toen charme, elegantie en fijnzinnigheid nog waren gekoppeld aan helderheid en brille, toen de techniek van de vertolkers nog belangrijker was dan de toonvorming en klankschoonheid werd bereikt door een zangerigheid op alle dynamische niveau’s.
In het tweetal pianoconcerten blijkt Piers Lane heel goed opgewassen te zijn tegen de eisen die deze werken stellen. Hij doet het romantische karakter niets tekort, zorgt voor contrast om de licht en schaduwwerking te vergroten en zijn passagewerk klinkt vlot en gepolijst.
Op de Naxos cd is aandacht geschonken aan werken voor viool en piano, aan duo’s voor twee violen en vioolbewerkingen van pianowerken door beroemde door beroemde violisten.
Die vioolduo’s vormen het hoogtepunt van dit programma: vier verrassend mooie stukken uit 1903 die ooit ook door Itzhak Perlman en Pinchas Zukerman zijn opgenomen (EMI 556.602-2) en door Ilya Gringolts en Alexandr Bulov (BIS CD 1016).
Maar Nazrin Rashidova doet nauwelijks voor die grootmeesters onder. Andere mooie momenten zijn te beleven met de ‘Ballade’ en de ‘Tarantella’ die samen de beide Konzertstücke uit 1878 vormen en aan de bekende ‘Humoresque’, laatste deeltje van op. 82 uit 1909 en een ooit bekende toegift. Soms wenst men zich even wat meer bevlogenheid van de violiste en een iets assertiever houding van de pianist, maar met hun vrijmoedigheid overtuigt het koppel goed en hun samengaan is uitstekend.
De vierhandige pianowerken, een essentieel, omvangrijk bestanddeel van Moskowski’s oeuvre, komen op de Brilliant uitgave uitgebreid aan bod. Ze zijn deels op folkloristische leest geschoeid en vergen best een dartele, virtuoze aanpak. Daar zorgen Domenico Monaco en Michele Solimando goed voor in hun complete opname. Ze tonen zich ware salonmuzikanten en hebben een goed gevoel voor de verschillende dansvormen. Leuk is het stuk ‘Leraar en leerling’ waarin de leerling een eenvoudig motief van vijf noten speelt onder de uitgebreidere begeleiding van de leraar. De Tarantella uit op. 25 doet een groot beroep op de virtuoze capaciteiten van het duo.