Mendelssohn: Vioolconcert in e op. 64; Octet in Es op. 20. Liza Ferschtman met het Gelders orkest o.l.v. Kees Bakels c.q. Corina Belcea, Itamar Zorman, Elina Vähälä, Krzystof Chorzelski, Antoine Lederlin, Marc Desmons en Sebastian Klinger. Challenge CC 72748 (58’23”). 2016
Als tiener schreef Mendelssohn al twee vioolconcerten, beide meteen al heel volleerd, maar nog nauwelijks anticiperend of de verrassende oorspronkelijkheid van het overbekende concert in e uit 1844. Daardoor is het een laat werk, dat wel duidelijk de gedachte bestrijdt dat de vroegrijpe componist zijn vroegere inspiratie had verloren.
Zonder iets van een orkestinleiding zet de solist meteen in met een gepassioneerd golvende melodie die een risico voor het melodramatische in zich heeft. Als gewenst contrast is het tweede thema rustig en vol zelfvertrouwen met nog een intiem moment voordat het rusteloze eerste thema terugkeert.
Bepaald ontroerend is de liedachtige eenvoud van het andante, een deel dat wel is beschuldigd van sentimentaliteit, maar dat zeker ook de lucide directheid van een mooie aria van Mozart bezit.
In de finale keert Mendelssohn terug tot de energieke luchthartigheid van de ouverture voor zijn Midzomernachtsdroom. Het is een een soort onvatbare dans waarin het speelse gedraaf van de viool vaak als een echo wordt gevolgd door achtervolgende houtblazers. Het werk eindigt spiritueel en het is geen wonder dat het tot de beste, direct aansprekende negentiende eeuwse vioolconcerten behoort.
Geen wonder dat iedere violist van rang en naam er een opname van wil maken. Dat leidde intussen tot meer dan honderdvijftig cd opnamen van het werk. Teveel om er anno 2017 een Vergelijkende Discografie aan te wijden.
Begrijpelijk dat ook Liza Ferschtman dit concert een keer wilde vastleggen. Alleen staat de muziekindustrie tegenwoordig zelfs voor een grote violiste die haar sporen ruimschoots heeft verdiend niet meer met een contract te wachten. Zo’n opname is in zo’n geval alleen mogelijk wanneer de solist zelf een bom duiten meebrengt. Dat lukte Ferschtman gelukkig, maar het was te weinig om meteen zoals gebruikelijk een tweede concert vast te leggen.
Belangrijker is dat Ferschtmans levendige verklanking een ideale mengeling is van passie en teerheid. Ze vermijdt ieder cliché, zoals dat in de beste gevallen gebeurt met fijnzinnige dynamische schakeringen en subtiel afgewikkelde frasen. Zowel zij als Kees Bakels voeren de overbekende muziek evenwichtig en vol zelfvertrouwen en subtiele zowel als vurige momenten uit alsof het heel nieuw is.
De meeste regelmatige lezers van deze rubriek zullen reeds beschikken of een opname van het Mendelssohnconcert, maar het is goed om deze nieuwe als een fijn alternatief extra te beschouwen. Ferschtmans fans zullen sowieso dankbaar en enthousiast zijn.
Van het octet staat wel een vergelijking op de website: daarin kwamen het Ensemble explorations (Harmonia Mundi HMC 90.1868) en de Cleveland/Meliora kwartetten (Telarc CD 80142) boven drijven. Goed als de ad hoc uitvoering van het nieuwe ensemble is, qua bezieling en toewijding kan het aardig mee, maar qua ensemble en afwerking net niet helemaal.