Mozart: Die Entführung aus dem Serail KV 384. Jane Archibald (s., Konstanze) Norman Reinhardt (t., Belmonte), Mischa Schelomianski (bs., Osmin), David Portillo (t., Pedrillo), Rachele Gilmore (s., Blondchen) en Christoph Quest (spr., Pasha Selim) met het Vocaal ensemble Aedes en de Cercle de l’harmonie o.l.v. Jérémie Rhorer. Alpha ALPHA 242 (2 cd’s, 2u., 11’00”). 2015
Hier gaat het om een interessante, behoorlijk gelukte zaalopname uit het Parijse Théâtre des Champs Elysées op 21 september 2015 waaruit helaas het applaus niet is weggeknipt.
De solisten zijn in Nederland weinig bekend omdat ze nog jong zijn.
Jane Archibald is een heldere, expressieve Konstanze met fijne coloraturen en een groot bereik, zodat ze wat heel moois en treffends maakt van haar grote aria’s Traurigkeit ward mir zum Lose (met opvallende fluiten) en Martern aller Arten (met een fijn concertant kwartet).
De Belmonte van Norman Reinhardt is vocaal slank en vitaal en vol bravour gezongen Ich baue ganz en O wie ängstlich. Ook de Pedrillo van David Portillo is uit hetzelfde hout gesneden. Maar hij kan ook zacht en teer zingen, zoals in In Mohrenland.
Het zilverachtige geluid van Rachele Gilmore past goed in het hoogste register bij een Blondchen dat sprankelt in haar dialogen met Osmin en uitblinkt in Durch Zärtlichkeit, een donker klinkende Mischa Schelomiansky die vol overtuiging zijn rol zingt. Naar verhouding steekt de Pasha (Christoph Quest) daar wat bleekjes bij af.
De Cercle de l’harmonie speelt heel levendig in vrij kleine bezetting op ‘oude instrumenten’. Dat gebeurt behoorlijk met veel flair: pittig met felle ritmen en in vlotte tempi. Zo werd dit een van de betere cd versies van deze opera. Een plek op het erepodium naast Böhm (DG 429.868-2), Jochum (DG 459.424-2) en Gardiner (Archiv 477.559-2) is welverdiend.