Mahler, A.: Lieder und Gesänge (bew. Reynolds). Die stille Stadt; In meines Vaters Garten; Laue Sommernacht; Bei dir ist es traut; Ich wandle unter Blumen; Licht in der Nacht; Waldseligkeit; Ansturm; Erntelied; Hymne; Ekstase; Der Erkennende; Lobgesang; Hymne an die Nacht; Leise weht ein erstes Blühn; Kennst du meine Nächte; Zemlinsky: Waldesgespräch. Charlotte Margiono (s) met leden van het Brabants orkest o.l.v. Julian Reynolds. Globe GLO 5199 (64’48”). 1999
Mahler, A.: Lieder und Gesänge. Die Stille Stadt; In meines Vaters Garten; Laue Sommernacht; Bei dir ist es traut; Ich wandle unter Blumen; Licht in der Nacht; Waldseligkeit; Ansturm; Erntelied; Hymne; Ekstase; Der Erkennende; Lobgesang; Hymne an die Nacht; Leise weht ein erstes Blühn; Kennst du meine Nächte?. Lilli Paasikivi (s) met het Tampere filharmonisch orkest o.l.v. Jorma Panula. Ondine ODE 1024-2 (51’05”). 2002
Mahler, A.: Lieder und Gesänge. Die stille Stadt; In meines Vaters Garten; Laue Sommernacht; Bei dir ist es traut; Ich wandle unter Blumen; Licht in der Nacht; Waldseligkeit; Ansturm; Erntelied; Hymne; Ekstase; Der Erkennende; Lobgesang; Hymne an die Nacht; Montanaro: Canto di Penelope. Catharina Kroeger (s) en Monica Lonero. Brilliant Classics 95469 (63’45”). 2014
Het is aan te raden om eerst het artikel over Alma Mahler in de rubriek Componistenportretten te lezen.
Tussen 1900 en 1924 (maar waarschijnlijk eerder dan dat laatste jaartal suggereert) schreef Alma Mahler - Werfel een zeventiental liederen op teksten van Dehmel, Hartleben, Bierbaum, Rilke, Heine Falke, Wefel, Novalis en Greiner. Gangbaar is dat 14 daarvan als de ‘complete’ reeks gelden. Daarvan gingen Isabel Lippitz en Barbara Heller (CPO 999.018-2), Ruth Ziesak (s), Iris Vermillion (ms), Christian Elsner (t) en Cord Garben (p) (CPO 999.455-2) uit. Ook Catharina Kroeger en Monica Lonero doen dat.
Tot 16 kwam Lilli Paasikivi met het Tampere filharmonisch orkest o.l.v. Jorma Panukla. Ondine ODE 1024-2 (51’05”). 2002
Alleen Charlotte Margiono draagt ze alle zeventien voor en voegt daar nog een lied van Alma’s leraar Zemlinsky aan toe.
Bij de bescheiden orkestratie ging Julian Reynolds uit van de instrumentatie van Schönbergs eerste Kammersinfonie waaraan hij trompet en harp toevoegde. Met haar vrij donkere, maar kleurige sopraan weet Charlotte Margiono heel goed de melancholieke, soms even dramatische fin de siècle sfeer van dit idioom te treffen en de begeleiding klinkt al even bevlogen. Aardig detail: in de toelichting haalt de in 1943 geboren kleindochter Marina Havlickek-Fistoulari wat herinneringen aan haar grootmoeder op.
Met een wat koelere, afstandelijker voordracht en een grootschaliger begeleiding imponeert ook Lilli Paasikivi met haar zestiental. En wie genoegen neemt met de kern van veertien en goedkoop uit wil zijn, zal veel aan Catharina Kroeger en Monica Lonero hebben.