Mahler (bew. Stein): Symfonie nr. 4 in G; Strauss, Joh.: Schatz-Walzer op. 418 (bew. Webern); Kaiserwalzer op. 437 (bew. Schönberg). Christiane Karg (s), Magali Mosnier-Karoui (fl), Sebastian Manz (kl), Renaud Capuçon (v), Katja Lämmermann (v), Antoine Tamestit (va), Herbert Schich (p) en Clemens Hagen (vc). Orfeo C 925-161 B (76’31”). 2011
Dit is een aardige herinnering aan een kamermuziekvond tijdens het Salzburg Festival 2011 toen werken uit de verzameling van Schönbergs Verein für musikalische Privataufführungen aan de orde werden gesteld.
De oorspronkelijke bezetting die Erwin Stein van Mahler IV maakte, bestond uit fluit, hobo, klarinet, piano, harmonium, twee slagwerkers, strijkkwartet en contrabas. Zo werd deze onder meer uitgevoerd door sopraan Sónia Grané en leden van de Royal Academy of music o.l.v. Trevor Pinnock (Linn CDK 438).
In Salzburg werd de bezetting nog verder teruggebracht, wat past in een huidig streven naar minimalisatie bij barokmuziek. Maar of het ook bij Mahler past? Wie niet de meerdere blazerskleuren en het vollere strijkerscontingent verwacht, zal genoegen beleven aan deze kamermuzikale versie waarin heldere lijnen en duidelijke contouren centraal staan in een inderdaad feestelijke uitvoering waarin sopraan Christiane Karg in alle rust, ongeforceerd haar kinderlijke vreugde kan uiten. De gerenommeerde instrumentalisten vormen een mooi homogeen ensemble, ook in de met Weense zwier gespeelde walsen van Strauss.