Mozart: Vioolsonates nr. 1 in C KV 6, 2 in D KV 7, 4 in G KV 9, 10 in Bes KV 15, 14 in D KV 29, 22 in A KV 305, 24 in F KV 376 en 29 in A KV 402. Alina Ibragimova en Cédric Tiberghien. Hyperion CDA 68092 (2 cd’s, 1u. 39’04"). 2015
Mozart: Vioolsonates nr. 12 in G KV 27, 16 in Bes KV 31, 17 in C KV 296, 23 in D KV 306, 32 in Bes KV 464 en nr. 36 in F KV 547 ‘voor beginners’, Alina Ibragimova en Cédric Tiberghien. Hyperion CDA 68143 (2 cd’s, 1u. 44’26"). 2016
Afgezien van een paar nagelaten sonatefragmenten KV 526a en 546a, een Sonatine KV 547 een los Andante KV 404, een separaat Allegro KV 372 en twee variatiewerken schreef Mozart vanaf zijn zesde 34 vioolsonates.
Het eerste veelbelovende deel van wat op weg is een echt volledige opname met Ibragimova en Tiberghien te worden, werd hier reeds besproken.
Op het omslag van deze nieuwe dubbelalbums wordt nog duidelijk gesproken over ‘Vioolsonates’, aan de achterkant staat correcter ‘Sonates voor piano en viool’, want zeker in de vroegste werken speelt de viool nog een heel bescheiden rol, maar in de latere werken krijgt deze geleidelijk een wat gelijkwaardiger rol. Ibragimova houdt daar goed rekening mee door haar partij onopvallend als understatement te spelen.
Het aardige van deze serie is dat de werken niet in chronologische volgorde zijn vastgelegd, maar vroeg, midden en laat door elkaar heen.
Om te beginnen treft aangenaam dat Alina Ibragimova haar inbreng steeds ideaal heeft gecalibreerd en dat het Tiberghien met zijn steeds evenwichtige lyrische pianospel is die haast voortdurend het voortouw neemt, terwijl Ibragimova geleidelijk wat robuuster optreedt tot in de late werken gelijkwaardigheid is bereikt met ook wat meer contrastwerking. In de langzame delen valt vaak een mooi cantabile op.
Knap ook hoe haast ieder werk een subtiel verschillende aanpak krijgt.
Dat Tiberghien op een moderne vleugel speelt, stoort geen moment, dat is afgezien van iedere vorm van versiering een gering bezwaar. Dat dit duo op weg is naar mogelijk de beste integrale opname van Mozarts vioolsonates, lijkt nu reeds een feit.
Voor de vroege sonates KV 6 tot 31 kan men teruggaan tot Gerard Poulet en Blandine Verlet (klavecimbel, Philips 438.803-2, 2 cd’s) uit 1975, maar verder bestaan vooral opnamen van alleen de latere werken vanaf nr. 17 met bijvoorbeeld Perlman en Barenboim (DG 462.185-2, 4 cd’s), Grumiaux en Klien (Philips 412.141-2, 4 cd’s) en Zimmermann en Lonquich (EMI 763.994-2, 4 cd’s).
Maar het beste tot nu toe waren Rachel Podger en Gary Cooper (op fortepiano). Jammer dat het bij acht afleveringen bleef (Channel Classics CCS SA 21804, 22805, 23606, 24607, 25608, 28109).