CD Recensies

MAHLER: LIED VON DER ERDE, DAS (VERSIE SCHÖNBERG/RIEHN), VERDIER

Mahler: Lied von der Erde, Das. Ève-Maud Hubeaux (ms), Jussi Myllys (t) met het Victor Hugo orkest o.l.v. Jean-François Verdier. Klarthe K 043 (59’58”). 2014

 

Arnold Schönberg en Rainer Riehn maakten in 1921 een bewerking van het Lid von der Erde voor kamerorkest, bestaande uit piccolo/fluit, hobo, klarinet, fagot, hoorn, Glockenspiel, triangel, bekkens, tam-tam, tamboerijn, kleine en grote trom, harmonium en strijkkwartet plus contrabas. 

In de Vergelijkende Discografie uit 2007 werd al een vijftal van die versies besproken: Herreweghe (Harmonia Mundi HMC 901.477), Jordan (Cascavelle VEL 1034), Platz (Centerino 1031), Vänskä (BIS CD 681) en Wigglesworth (RCA 09026-68043-2). Later kwamen daar Falletta (Naxos 8.573536), Perl (MDG MDG 901-1845), het Linos ensemble (Capriccio C 5136), von Steinacker (Classical Galery CLG 7066), Brosse (Chamber orchestra of Philadelphia COP 044), Boyd (Avie AV 2195), Woods (Somm SOMM 0109) en Slowik (Dorian DOR 9032-2) bij.

Zo uitzonderlijk is deze nieuwe Franse uitgave dus niet. Veel tenoren, ook de Finse Jussi Myllys, klinken begrijpelijk wat gestresst in de voor hen veeleisende muziek, zeker in ‘Das Trinklied vom Jammer der Erde’, maar verder reageert hij levendig en emotioneel. De Franse mezzo Ève-Maud Hubeaux is goed, maar beschikt niet over de expressieve verbeeldingskracht van een Christa Ludwig bij Klemperer (Warner 74321-566.944-2). Wel weet ze te imponeren in ‘Der Abschied’. Ook het orkest is gedegen, maar wat bijvoorbeeld eerder Herreweghe liet horen, imponeert meer, vooral omdat hij kon beschikken over Birgit Remmert en Hans-Peter Blochwitz.