Marais: Livre de pieces de viole, premier livre. François Joubert Caillet (vdg) met L’Acéron. Ricercar RIC 379 (4 cd’s, 4u. 16’17”). 2015
Marais schreef zijn vijf banden met Pièces de viole verdeeld over een periode van vier decennia – tussen 1686 en 1725 – en de inhoud daarvan werd geleidelijk bijgesteld om recht te doen aan de wisselende muziekmode. Marais was een krachtige persoonlijkheid en weerstond aan de andere kant plotselinge wijzigingen in de inhoud, maar naarmate de tijd voortschreed verliet hij geleidelijk het vaste patroon van de dansvormen allemande, courante, sarabande, gigue, gavotte en menuet.
De eerste band bevat een twaalftal van die suites; twee daarvan zijn voor twee basgamba’s en continuo en bevatten een prachtige Chaconne, een Echo fantaisie, een reeks variaties van een ‘vreemdeling’ en eindigt met een heel expressieve Tombeau de M. Méliton die waarschijnlijk tot zijn leraren behoorde.
In 1978 gaven Jordi Savall, Christophe Coin, Ton Koopman en Hopkinson Smith een mooie aanzet tot Livre 1 (Astrée E 7769), later werd de integrale opname in 1992 nog met meer delen aangevuld (Alia Vox AVSA 9872, 5 cd’s), maar tot een volledige opname is het nooit gekomen.
Daaraan is nu begonnen door François Joubert-Cailet met L’achéron, dat bestaat uit Andreas Linos (basgamba), Philippe Grisvard (kl), Miguel Henry (theorbe) en Vincent Flückiger (git., aartsluit).
Het volledige Livre 1 vergt vier cd’s en deze kunnen het beste in gedeelten tegelijk worden beluisterd, wat het geheel vergt een halve dag.
Waar de autoriteit van iemand als Savall in dit repertoire onomstreden is en hoewel hij zijn toegewijde team keurig aanvoerde, wat zijn opvatting vrij duister, in betrekkelijk donkere kleuren. Ook Mieneke van der Velde (Ramée RAM 1407) beperkte zich tot een paar heel stijlvol gespeelde suites.
Daarom doet het prettig aan dat Joubert-Caillet niet alleen voor volledigheid zorgt, maar ook zorgt voor een wat lichtere toets en wat darteler aanpak met een vol, warm timbre voorstaat met het nodige expressieve gevoel en plooibaarheid plus een ruimer dynamisch bereik.
Dit spel doet heel vriendelijk aan, is vrij van slijpmiddel en gelukkig laat ook de continuogroep mooi werk horen.