CD Recensies

MACHAUT: SOVEREIGN BEAUTY, ORLANDO CONSORT

Machaut: Sovereign beauty. Comment qu’a moy lonteinne V. 23; Foy porter, honneur garder V. 22; Dame, ne regardés pas B. 9, J’ay tant mon cuer/Lasse! Je sui en eventure/Ego moriar pro te M. 7; Se quanque amours B. 21; Dame a qui m’ottri V. 12; De desconfort, de martyre amoureus B. 8; Quant j’ay l’espart R. 5; Comment qu’a moy lontteinne V. 5; De bon espoir/Puis que la douce/Speravi M. 4; Pour ce que plus proprement ‘Lay de consolation’ L. 23. Orlando consort. Hyperion CDA 68134 (63;26”). 2015

 

Guillaume de Machaut (ca. 1300 – 1377) was het toonbeeld van de dichterlijke en hoofse conventies uit zijn tijd. Los van zijn inkomen van de kerk bestaat vrijwel zijn hele oeuvre uit seculiere liederen over de spirituele, hoofse liefde die zo typerend is voor de Middeleeuwen. Dat komt erop neer dat het voorwerp van die liefde een onbereikbare vrouw van ongeëvenaarde schoonheid is. Haar toegewijde bewonderaar schenkt haar extravagante eer en zweert oneindige toewijding, ook al vormt ze een bron van evenveel genot als leed.

Machauts muziektaal is in de geest van de trouvères uit Noord-Frankrijk, dichter-musici die hun liederen ten gehore brachten in de kastelen van de adel. Eén van zijn liefst gebruikte liedvormen is de virelais, waarin een refrein is afgewisseld door drie strofen. Ze bezitten alle de kenmerken en de directheid van volksliedjes.

Daar staat tegenover dat zijn meerstemmige liederen veel avontuurlijker zijn en een grotere ritmische verscheidenheid hebben en gebruik maken van een syncopeervorm die de ‘hik’ heet. Daarbij wordt door één stem de melodie opengebroken waardoor er gaten in ontstaan die door de andere stemmen worden gevuld waardoor een golvend karakter ontstaat.

Het in 1988 opgerichte Engelse Orlando consort is voor Hyperion bezig met een omvangrijk Machaut project en ziet af van begeleiding voor deze meest drie- of vierstemmige liederen. Nadat in 1997 al elders de opname Dreams in the pleasure garden (Archiv 457.618-2) was verschenen, werd die begonnen met  Songs from Le voir dit (Hyperion CDA 67727) en vervolgd met The dart of love (Hyperion CDA 68008) en A burning heart (Hyperion CDA 68103).

Dit is de volgende aflevering waarin het ensemble op een heel direct aansprekende manier de complexiteit en de energieke kanten van dit moois aantoont. Dat geurt op basis van de jongste uitgave van dit materiaal met nuttige aanwijzingen over de juiste uitspraak van het Oudfrans.

Het nu uit Harre-Jones (ct), Mark Dobell (t), Angus Smith (t), Charles Daniels (t) en Donald Greig (b) Mark Dobell (t) bestaande Orlando Consort verrast hier opnieuw met bijzonder rake interpretaties.

Luister maar naar het driestemmige ‘Tres bonne et belle’ en de ballades ‘Dame nr regardés pas’ en ‘De desconformt’ of, haast mooier nog, ‘Se quanque amours’. Het tweestemmige ‘Lay de consolation’ is ook een mooi voorbeeld.

Er zijn ook een paar mindere momenten, zoals aan het slot van ‘De bon espoir/Puisque la douce/Speravi’, maar verder wordt op superieure wijze recht gedaan aan deze bijzondere muziek uit de veertiende eeuw.