CD Recensies

MOZART: VIOOLSONATES III, IBRAGIMOVA

Mozart: Vioolsonates in Bes KV. 8, in F KV. 13, in Es KV. 26, in C KV. 28,in C KV. 303 (193c), F KV. 377 (374e), in Bes KV. 378 (317d), in C KV. 403 (385c). Variaties over Hélas, j’ai perdu mon amant KV. 360 nr. 1-6. Alina Ibragimova en Cédric Tiberghien. Hyperion CDA 68164 (2 cd’s, 1u. 59’17”). 2015

 

Wie de moeite neemt om de Köchel catalogus erop na te slaan, zal zien dat Mozart heel wat meer sonates voor toetsinstrument en viool schreef dan de selectie waaruit we meestal te horen krijgen.

De reeks begint met de echt nog als kind geschreven sonates KV. 6-9 en KV. 26-31, gevolgd door de rijpe sonates nr. 17 KV. 296 tot 36 KV. 547, waaronder een stel twijfelachtige (nr. 23 KV 306/3001 tot26 KV 378/317d en nr. 28 KV 380/374f tot 31 KV 404/385d die soms onvolledig zijn of door Maximilian Stadler voltooid. Ook sonate nr. 34 KV. 372-1 behoort daartoe. Daarnaast zijn er nog twee variatiewerken over La bergère Célimène KV. 359 en over Hélas, j’ai perdu mon amant KV. 360. En dan hebben we het nog niet eens over KV 10-15 waaraan ook een cello of een fluit te pas komen en het dus eigenlijk om trio’s gaat.

Bij mijn weten is nog nooit eerder een echt volledige opname van al deze werken gemaakt. Op Decca maakten Szymon Goldberg en Radu Lupu een onafgemaakte serie, op Naxos begonnen Takako Nishizaki en Jenö Jandó ooit aan die onderneming, op DG Perlman en Barenboim, op EMI Zimmermann en Lonquich, maar afgerond is die niet, evenmin als de veel betere, dappere ‘authentieke’ poging van Rachel Podger en Cooper. Ook van het Duo Amadé (Catherine McIntosh en Geoffrey Govier) werd verder niets vernomen. 

Op Hyperion CDA 68091 maakten Alina Ibragimova en Cédric Tiberghien in 2014 een begin met de volledige opnamen van Mozarts vioolsonates. Het vervolg verscheen op de dubbel cd Hyperion CDA 68143 en pal daarop kwam deze derde aflevering. Het begint er dus op te lijken dat hier voor het eerst sprake is van een werkelijk integrale opname en daar mogen we dankbaar voor zijn.

Terecht spreekt de omslag van Sonates voor toetsinstrument en viool en van Vioolsonates want beide termen zijn van toepassing. Niet alleen de taakverdeling, maar ook de balans tussen Alina Ibragimova en Cédric Tiberghien is steeds mooi afgewogen en evenwichtig, mogelijk vooral ook dankzij een langjarige hechte samenwerking en het is wel terecht dat het lyrische, subtiele pianodeel het belangrijkste aandeel heeft.

Eigenlijk wel gelukkig is niet de chronologische volgorde aangehouden van de prille sonate KV 8 van de achtjarige Mozart tot de rijpe KV. 403 van de zesentwintigjarige. Goed is ook dat vrijwel ieder werk een eigen behandeling krijgt. Soms - in de mineurwerken - schemert daarin iets van drama in door, soms ook wordt een muzikale glimlach hoorbaar.

Dit is een uitgave van enorm grote waarde aan het worden.