Mozart: Il sogno di Scipione KV. 126. Lucia Popp (s., Costanza) Edita Grubrova (s., Fortuna), Peter Schreier (t. Scipione0, Claes-Håkan Ahnsjö T., Publio), Thomas Moser (t. Emilio) en Edith Mathis (s. Licenza) met het Salzburgs kamerkoor en Mozarteum orkest o.l.v. Leopold Hager. Philips 422.531-2 (2 cd’s, 1u. 51’37”). 1979
Mozart: Il sogno di Scipionel KV. 126. Malin Hartelius (s., Costanza), Lisa Larssson (s., Fortuna), Christine Brandes (Licenza), Bruce Ford (t., Publio), Charles Workman (t., Emilio) het het koor van de Musiciens du Louvre en het Freiburgs barokorkest o.l.v. Gottfried von der Goltz. Astrée E 8813 (2 cd’s, 1u. 49’36”). 2000
Mozart: Il sogno di Scipione, Il KV. 126. Klara Ek (s., Costanza), Soraya Mafi (s., Fortuna),
Stuart Jackson (t., Scipione), Krystian Adam (t., Publio), Robert Murray (t., Emilio) en Chira Skerath (s., Licenza) met koor en orkest van Classical Opera o.l.v. Ian Page. Signum SIGCD 499 (2 cd’s, 1u. 48’24”). 2016
Op vijftienjarige leeftijd schreef Mozart de ‘azione teatrale’ Il sogno di Scipione (ze zucht van Scipio) op een tekst van Metastasio uit 1735 op bronmateriaal van Cicero en Silius Italicus over de Romeinse generaal Cipio Aemmilianus ofwel Africanu jr. die in een droom een grote levensvraag moest beantwoorden: kiest hij voor vrouwe Fortuna die zijn leven aanzienlijk kan veraangenamen of voor Costanza die hem standvastig door moeilijke tijden kan helpen? Eerst komt hij terecht in de hemel waar hij zijn vader Emilio en zijn adoptiefvader Publio ontmoet. Liefst wil hij bij hen blijven, maar dat is pas toegestaan nadat hij eerst grote daden verricht. Daarna valt hij voor Costanza. Gelukkig waarschuwt Fortuna hem voor haar, waarna hij veilig en wel weer op aarde terugkeert. In de ‘licenza’ tot besluit richt een zanger zich eerbiedig tot de aartsbisschop.
Hij schreef de opera in eerste instantie voor zijn beschermheer Sigismund von Schrattenbach, die in 1772 al bijna vijftig jaar aartsbisschop van Salzburg was, maar die toen net overleed waarna hij het werk met een lichte naamswijziging in het slotrecitatief aan diens opvolger Hieronimus Colloredo opdroeg. de man met wie hij later veel onenigheid kreeg.
Waarschijnlijk is de opera tijdens Mozarts leven nooit opgevoerd. Pas in 1979 werd het weer in Salzburg opgevoerd onder Leopold Hager en gelukkig werd daar meteen een redelijk goede opname van gemaakt.
Die werd stijlvoller overtroffen door Von der Goltz en op zijn beurt nu opnieuw door de nog authentieker aandoende versie van Page en zijn meest jonge zangers.
Van groot belang is het werk niet, maar het hoort natuurlijk wel een plaats te hebben in de Mozart discografie.