CD Recensies

MASSENET, WERTHER, PAPPANO

Massenet: Werther. Rolando Villazón (t., Werther), Sophie Koch (ms., Charlotte), Alain Vernhes (b., Le Bailli), Eri Nakamura (s., Sophie), Audun Iversen (b., Albert), Stuart Patterson (t.,   Schmidt), Darren Jeffrey (bs., Johann), Zhengzhing Zhou (b.,   Brühlmann), Anna Devin (s., Kätchen) met het ensemble van Covent Garden, Londen o.l.v. Antonio Pappano. DG 477.9340 (2 cd’s, 2u. 12’16”). 2011

 

In november 2017 staat Massenets Werther op het programma van Opera Zuid, een mooie aanleiding om de Vergelijkende Discografie uit 2012 wat te actualiseren en vooral wat onbekende oude opnamen toe te voegen en om deze niet eerder besproken voorlopig nieuwste te bespreken.

Werther werd geschreven tussen 1885 en 1887, maar werd verworpen door de Parijse Opéra comique als zijnde veel te zwaarmoedig. Pas na de succesvolle première van Manon (ook niet in Parijs, maar in 1890 in Wenen) kreeg de opera een tweede kans. De première vond plaats in 1892, maar dan wel in een Duitse vertaling.

Interessant genoeg vond het Duitstalige publiek zich veel meer aangetrokken tot Massenets versie van Goethe’s vroege brievenroman dan bijvoorbeeld tot de bewerking van Faust door Gounod.  

Werther ontmoet en valt voor Charlotte die aan haar stervende moeder heeft beloofd dat ze zal trouwen met Albert. Werther ontvlucht de stad, maar stuurt Charlotte regelmatig brieven. Charlotte haalt hem vervolgens over om vòòr de Kerst terug te komen. Na een stormachtige ontmoeting met Charlotte schiet Werther zichzelf neer en overlijdt hij in haar armen, nadat zij nog heeft bekend dat ze altijd veel van hem heeft gehouden

Het orkest neemt in dit werk deel met een nogal duister geluid en is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de muzikale wisselwerking, vooral ook dankzij een delicaat web van motieven.

De bekende passages, zoals het ‘O nature pleine de grâce’, ’Des cris joyeux’ en ‘Pouquoi me réveiller’ die naar verluid deels werden toegevoegd naar aanleiding van suggesties van de eerste vertolker van de titelrol, vormen onderdeel van een onaflatende stroom mooie muziek.

De rol van Werther vereist subtiliteit en kracht voor de grote uithalen (de eerste Werther was, Ernest van Dyck, was een Wagnerbewonderaar), terwijl Charlotte het register van zowel sopraan als mezzosopraan moet beheersen.

Mogelijk heeft de stem van Villazón iets aan glans verloren, maar daar heeft zijn artisticiteit niet onder te lijden. Zijn Werther is complex en heeft iets bijzonders doch komt niet steeds even sympathiek over, maar is juist daardoor wat completer en aan passie ontbreekt het niet. Zijn zelfmoord is niet gesentimentaliseerd.

Mooi van toon laat Sophie Koch duidelijk haar innerlijke conflict tussen de vrees voor Werthers gevoelens en haar onwil om hem te verliezen blijken, vooral wanneer we eenmaal begrijpen dat haar huwelijk met de rigide Albert van de ook heel goed zingende Audin Iversen verre van ideaal is. Op de invulling van de overige rollen valt weinig aan te merken. Pappano legt in zijn directie mooi de nadruk op de duistere Wagnerismen. Succes verzekerd.

Wanneer ik voor vertrek naar een onbewoond eiland een Werther opname moest uitkiezen om mee te nemen, zou dat waarschijnlijk niet een van de andere goede van Prêtre (met De los Angeles en Gedda, EMI 763.973-2), Plasson (met Troyanos en Kraus, EMI 769.573-2), Davis (met Vn Stade en Carreras, Philips 416.654-2) of Nagano met Hadley en Von Otter, Erato 2564-68289-2) zijn maar deze van Pappano.