CD Recensies

MOZART: SERENADES NR. 10, 11; HARMONIEMUSI LA CLEMENZA DI TITO

Mozart: Serenades nr. 11 in Es KV. 375 en 12 in c KV 388 (406); ‘Ouverture’, ‘Come ti piace, imponi’,’Defi, se piacer mi vuoi’, ‘Deh prendi’, ‘Mars’, ‘Del più sublime soglio’, ‘Ah perdona al primo affetto’. ‘Ah se fosse’, ‘Parto, ma tu ben mio’, ‘Vengo, aspettate’, ‘Deh conservate, oh dei’ uit La clemenza di Tito KV. 621 (bew. Triebensee). Oslo Kammerakademi o.l.v. David Friedemann Strunck. Lawo LWC 1141 (79’59”). 2015

 

Behalve veel grootschalige muziek - opera’s, symfonieën, concerten - zorgde Mozart als kleine zelfstandige ook voor een behoorlijke kwantiteit lichtere verpozingsmuziek voor speciale gelegenheden van diverse soorten formaliteit. Muziek, die vaak in de buitenlucht werd gespeeld. Dergelijke muziek valt in de categorie van de Serenade en het Divertimento; de namen zijn bijna uitwisselbaar, hoewel de serenade specifiek voor ’s avonds was en vaak voorzien van de term Nachtmusik.

Het gaat eigenlijk om achtergrondmuziek die klonk tijdens het eten, een ontvangst, een verjaardag of ander feest. Men mocht er rustig bij praten of op dansen. Dat weerhield Mozart er niet van om ook deze werken stijl en klasse mee te geven.

Een Serenade was niet onderworpen aan een bepaalde vorm, maar de nrs. 11 en 12 zijn voor blaasinstrumenten en nr. 10, de beroemdste van alle, is de prachtige Gran partita.

De serenades nr. 10 en 11 zijn voor blaasoctet met 2 hobo’s, 2 klarinetten, 2 fagotten en 2 hoorns.

Als componist schreef Josef Triebensee (1772-1846) die zelf Partita’s voor blazers schreef en bekende operagedeelten uit Mozarts Don Giovanni, Così fan tutte en La clemenza di Tito arrangeerde in Harmoniemusiken.

Het is vooral vanwege de uitgebreide vorm van tien delen van laatstgenoemd werk dat deze Noorse uitgave zo welkom is. Normaal krijgen we alleen ‘Ouverture’, ‘Deh prendi un dolce amplesso’, ‘Marcia’ en ‘Del piú sublime soglio’ te horen. Gelukkig zijn ook de Noorse uitvoeringen heel competent, al zijn en blijven de Amadeus Winds van Hogwood (Decca 458.096-2, 2 cd’s) met hun ‘authentieke’ vertolkingen van KV 242, 252, 253, 270, 361, 375 en 388 een geduchte concurrent.