CD Recensies

MOZART: CONCERTANTE SYMFONIE, ALLEGRIA ENSEMBLE

Mozart: Concertante symfonie voor viool, altviool en orkest in Es KV. 364 (320d); Schönberg: Verklärte Nacht op. 4. Maria Angelika Carlsen (v) en Marthe Husum (va) met het Ensemble Allegria o.l.v. Berit Cardas. Lawo LWC 1138 (58’21”). 2015

 

Na zich op cd the hebben laten horen met Griegs Uit Holbergs tijd en werken van Nystedt, Kvandal en Grüner-Hegge (Lawo LWC 1044) en samenwerkte met het Noors Solisten koor in motetten van Bach (Lawo LWC 2251) en de opname Meins Lebens Licht (BIS SACD 2184) laat het negentien - meest vrouwelijke - leden tellende Noors ensemble zich nu horen in een wat onverwacht programma waarin Mozart en Schönberg zijn gecombineerd.

Mozart schreef de meeste van zijn vioolconcerten toen hij twintig was, maar zijn Sinfonia concertante, die hij vier jaar later componeerde, moet als zijn enige rijpe solowerk voor strijkers worden beschouwd.

Strikt genomen is een concertante symfonie wat anders dan een een concert met diverse solisten die ander thematisch materiaal hebben dan het orkest. Mozart noemde slechts drie van zijn composities sinfonie concertanti: een fragment voor viool, altviool, cello en orkest, een werk voor vier blaasinstrumenten dat niet in de oorspronkelijke vorm bewaard is gebleven en dit.

Qua stijl heeft het kenmerken van de Mannheimse school (een beginfanfare, een lang crescendo aan het eind van het eerste tutti, rijke instrumentale texturen met gesplitste altviolen) gecombineerd met Salzburgse serenademuziek (zoals het afwisselend gebruik van van verschillende instrumentale kleuren) en de overdaad van de opera.

Destijds waren altviolen nog kleine instrumenten met een beperkt bereik en Mozart schreef voor dat ze een halve toon hoger moesten worden gestemd om stralender te klinken en de ‘strijd’ met de viool gelijkwaardiger te maken. Thans is dat niet meer nodig, al geeft de hogere stemming de altvioolpartij wel een bijzonder coloriet.

Allegria staat voor vrolijkheid, plezier. In zoverre doen deze goed getrainde jonge Noren die naam alle eer aan. De musiceervreugde spat af van deze uitvoeringen en de solistische bijdragen van Maria Angelika Carlsen en Marthe Husum zijn mooi contrastrijk.

In laatste instantie geniet ik misschien nog net wat meer van het trio Kashkashian/Kremer/Harnoncourt (DG 453.043-2) - zie Vergelijkende Discografie. Maar ook deze Noren maken me best gelukkig omdat ze de muziek zo enthousiast communiceren.

 

In Schönbergs Verklärte Nacht leveren ze een ranke tussenvorm van de sextetversie met Alvin Dinkin, Kurt Reher en het Hollywood kwartet (Testament SBT 1031) en de volbloed grote bezetting van Karajan (DG 457.721-2).