CD Recensies

MILHAUD: WERKEN VOOR PIANO EN ORKEST, KORSTICK

Milhaud: Le carnaval d’Aix op. 83b; Ballade voor piano en orkest op. 61; Études voor piano en orkest op. 63 nr. 1-5; Pianoconcerten nr. 1 op. 127, 2 op. 225, 3 op. 270, 4 op. 295, 5 op. 346; Fantaisie pastorale voor 2 piano’s en orkest. Michael Korstick met het SWR omroeporkest Stuttgart o.l.v. Alun Francis. CPO 777.162-2 (2 cd’s, 2u. 16’44”). 2006

 

De talloze werken voor piano en orkest van Darius Milhaud  (1892-1974) brengen zijn ontwikkeling van modernist met enig lef tot brave, maar respectabele neo-classicist heel goed in kaart.

De kwaliteit van deze werken is zeer ongelijk. Nu eens toont de componist zich aan de serieuze kant, dan weer wordt hij vulgair. Hij componeerde gespeend van zelfkritiek aan de lopende band feitelijk veel te veel, al ontstond ook een meesterwerk als La création du monde (Bernstein, EMI 747.845-2). Ook de twaalf deeltjes van het populair geworden Le carnaval d’Aix als omwerking van balletmuziek vormen een goed stuk. Aardig is ook de Ballade met zijn tango invloed.

Bij de première van de vijf Ètudes voor piano en orkest in 1923 ontstonden nog protesten in de zaal. Tweeëndertig jaar later gaf het Boston symfonie orkest een weinig opvallende uitvoering van het Pianoconcert nr. 5. In nr. 1 (1933) en 3 (1946) lijkt hij uit op een (niet gelukte) nabootsing van Ravel. Van die vijf concerten is nr. 2 uit 1941 het beste met zijn toccata structuur van de hoekdeken en een vloeiende melodie daartussen.

De Fantaisie is wel geestig, maar de vijf Pianoconcerten maken een dus een nogal overbodige, loze indruk met al hun bitonaliteit.

Deze opnamen berusten op ‘live’ studioconcerten en tonen pianist, orkest en dirigent op hun best in de meer strenge latere werken dan in de vroege. Het beste slaagden het tweede en het erg lastige vierde Pianoconcert.