CD Recensies

MAHLER: SYMFONIE NR. 7, JANSONS

Mahler: Symfonie nr. 7 in e. Oslo filharmonisch orkest o.l.v. Mariss Jansons. Simax PSC 1271 (81’42”). 2000

 

Mahler: Symfonie nr. 7 in e. Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Mariss Jansons. BR 403571900101 (77’31”). 2007

 

Mahler: Symfonie nr. 7 in e. Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons. RCO Live 17006 (79’55”). 2016

 

Mahlers Symfonie nr. 7 uit 1904/5 is lang zijn minst begrepen werk geweest. Het heeft vijf delen.Het tweede en vierde heten Nachtmusik. Hun comfortabele, expressie toon raakt aan de nerveuze speelsheid van het scherzo daartussen.

Het eerste deel is heel anders geaard. Het is een grootschalige sonatevorm vol harmonische, ritmische, textuele en structurele complexiteit. De finale lijkt op op het modernisme te anticiperen wanneer de voorname, triomfantelijke sfeer van C groot, waarmee het begint de pas wordt afgesneden door een verwarrende mengelmoes van muziekstijlen, van elegant rococo tot pretentieuze aanstellerij, met rare bokkensprongen en contradansen tussendoor. Maar heel boeiend is het briljant georkestreerde werk zeker.

Gezien de complexe aard vol tegenstellingen is het lastig om een ideale uitvoering te realiseren. Vaak lijkt niet te kunnen worden voorkomen dat bepaalde aspecten onderbelicht blijven. Daarom is het ook wel begrijpelijk dat veel dirigenten zich aan meerdere opnamen wagen.

Niet Karajan, die bekend was om het herhalen van zijn opnamen,  doch pas laat in zijn loopbaan aan Mahler begon, maar Haitink die driemaal met het Concertgebouworkest in 1969 (RCO LIve RCO 05001), in 1982 (Philips 410.398-2, 434.997-2) en in 1985 tijdens een Kerstmatinée (Philips 464.321-2) en tenslotte nog een keer met het Berlijns filharmonisch orkest in 1992 (Philips 434.997-2) de Symfonie nr. 7 van Mahler opnam, is kwantitatief de meerdere van Mariss Jansons die het werk tussen 2000 en 2016 driemaal met verschillende orkesten vastlegde.

Wie alle drie beluistert, kan horen dat de uitvoeringen van goed via beter naar best verlopen en bij de opnamekwaliteit is hetzelfde het geval. Er blijkt ook uit dat van de drie orkesten wat Mahler betreft alleen het Concertgebouworkest in de ereliga verblijft. Let maar op de tenorhoorn en de grote trom. Die opname brengt ook onverwachte nuances en kleuren aan het licht. 

De hele interpretatie heeft iets spontaans, mee dankzijn de zo natuurlijke frasering. Het eerste deel is meteen een echt avontuur, de Nachtmusiken bezitten dieptewerking en engagement, het scherzo klinkt zelfverzekerd en de finale moet het publiek euforisch hebben gemaakt.

Zo werd dit een van de meest gedetailleerde en diepgaande uitvoeringen van deze symfonie omdat de impliciete mogelijkheden van de partituur op prikkelende wijze tot leven komen. Vooral de onverwachte tegenstellingen van het scherzo en de finale zijn gebaat met zo’n vindingrijke interpretatie.

Kies voor eventuele vergelijkingen Tilson Thomas (SF Symphony 8211936-0009-2), Abbado (DG 445.513-2) en Gergiev (LSO Live LSO 0665).