CD Recensies

MESSIAEN: CATALOGUE D'OISEAUX, AIMARD

Messiaen: Catalogue d’oiseaux. Pierre Laurent Aimard. Pentatone PTC 5186-670 (3 cd’s, 2u. 32’42”). 2017

 

Toegegeven, de titel Catalogue d’oiseaux is niet de meest aanlokkelijke voor een serie van dertien pianostukken van ruim twee en een half uur duur die Messiaen in 1958 schreef en opdroeg aan Yvonne Loriod die het werk rond 1957 in zijn geheel opnam (Accord 480.1045, 7 cd’s).

Maar deze misschien niet zo handig getitelde cyclus van dramatische auditieve vogelportretten staat wel bekend als een van Messiaen belangrijkste prestaties.

Catalogue d’oiseaux is geen lijst van vogelgezang, maar een serie geluidsschilderijen waarin Franse natuurlandschappen worden geschetst. Hiermee gaf de componist de uitvoerende pianist niet alleen een gigantische uitdaging in virtuositeit en interpretatie, wetend dat volledige uitvoeringen schaars zouden zijn.

Toch wordt uit de symmetrische schikkingen van de dertien delen in zeven banden, uit de verbindingen tussen d e stukken en de boeken en uit de ontwikkeling van de expressiviteit goed duidelijk, dat dit werk meer is dan een verzameling losse natuurportretten: het gaat echt om een cyclus.

Zoals ieder groot meesterwerk is ook Catalogue d’oiseaux werkzaam op meerdere niveaus. Messiaen vindt zijn parameters voor elk portret telkens opnieuw uit, zodat ze alle afzonderlijk een eigen vorm hebben, een eigen manier om het muzikale materiaal te presenteren en het verhaal te vertellen.          

In 2008 speelde Aimard bij wijze van klein voorproefje ‘La bouscarle’ boek 5/9 en ‘L’alouette lulu’ op DG 477.745-2. Zo’n tien jaar later neemt hij het volledige werk onderhanden. Er zijn maar weinig pianisten die hiervoor zo goed zijn toegerust.

Het vermogen van Aimard om met een breed spectrum an dynamiek en expressie deze muziek uiterst nauwkeurig te realiseren, is bewonderenswaardig. Alle texturen worden fraai opengelegd en hij schenkt zelfs extra aandacht aan de intonatie binnen individuele akkoorden, zoals bij het magische begin van ‘L’aluette lolu’. Maar op deze manier krijgt elk deel zijn eigen karakter, van de grillige bergen uit ‘Le clochard des Alpes, via de wat saaie sereniteit van de zomerse Provence in ‘L’aluette calendre’ en de uitgelatenheid van ‘Le traquet rieur’ tot de afsluitende woestenij van ‘Le tourlis cendre’ zijn tempo en sfeer betoverend. Dat geeft Anatol Ugorski (DG 439.214-2), Håkon Austbo (Naxos 8.553532/3), Carl Axel Dominique (BIS CD 5954/6), Martin Zehn (Art Nova 74321-72122-2), Paul Kim (Centaur CRC 2567/9) een zelfs Peter Hill (Accord 480.1045, Regis RRC 7001) het nakijken. Wat een droomdebuut van de pianist op Pentatone dat voor een voortreffelijke pianoklank zorgde.