Mayr: Venetiaanse solo motetten. ‘Regina coeli’ in G; ‘Exsurge, anima’ in D; ‘Salve Regina’ in F; ‘Me miserum, quid hoc’ in c; ‘Salve Regina’ in Bes; ‘O Deus, quot me circumdant’ in Es; ‘Salve Regina’ in C; ‘Qual colpa eterno Dio’ in c. Andrea Lauren Brown (s), Markus Schäfer (t), Virgil Mischok (bs) met I virtuosi italiani o.l.v. Franz Hauk. Naxos 8.5737811 (61-35”). 2014

Voordat Johann Simon Mayr (1763-1845) een van de bekendste operacomponisten uit de periode voor Rossini werd, onderscheidde hij zich in Bergamo en Venetië vooral als auteur van kerkelijke muziek, zoals in de hier bijeengebrachte motetten uit de jaren 1793-1802.

Het zal niet verbazen dat in de acht hier voor het eerst opgenomen stukken in de Hauk-Mayr reeks, waaronder driemaal een divers klinkende Salve regina en dat niet alleen door de verschillen in toonaard iets van de latere operatie doorschemert.

Luister maar naar de diepgemeende expressie van ‘Exsurge, anima’, de cavatine achtige stijl van O Deus, quot me circumdant’ en de overgangen tussen vrees, zorg en kalmte van ‘Qual cola eterno Dio’.

Hauk kan intussen gelden als een ware Mayr expert en zet voor deze heel mooi gerealiseerde motetten bekwame zangers uit zijn team in die ook heel vertrouwd zijn met deze stof. Succes verzekerd en een interessante première rijker.