Mouret: Les amours de Ragonde ou La veillée de village. Michel Verschaeve (t., Ragonde), Jean-Paul Fouchécourt (ct., Colin), Sophie Marin-Degor (s., Colette), Jean-Louis Bindi (bs., Lucas) en Noémi Rime (s. Mathurine) met Les musiciens du Louvre o.l.v. Marc Minkowski. Erato 2292-45823-2 (55’44”). 1991
Toen Jean-Joseph Mouret (1682-1738) in 1714 op libretto van Philippe Nercault-Destoches zijn korte opera in drie bedrijven Le mariage de Ragonde et de Colin ou la veilde de village (in 1742 herzien) als extravagant komisch divertissement pastoral schreef, was dat voor de dertiende Grande Nuit van de in muzikaal opzicht onverzadigbare hertogin Anne-Louise-Bénédicte de Bourbon-Condé om op haar kasteel te worden opgevoerd.
Het gaat om een kostelijke farce over een oude boerin (een travestierol) die de jongeman Colin aan de haak wil slaan.
Michel Verschaeve is een haast spectaculair goede Ragonde en Jean-Paul Pouchécourt zorgt voor een aantal rekkelijke, maar leeghoofdige Colin. Ook de rest van de bezetting draagt veel aan de pret bij. Het werk heeft drie aardige tussenspelen: ’Soirée au village’, ‘Les lutins’ en ’Noce et le charivari’. Een aardige uitspatting in het wereldje van de Franse barokopera.