Malipiero: Impressione dal vero 1-3; Pause del silenzio 1 en 2. Symfonie orkest Rome o.l.v. Francesco La Vecchia. Naxos 8.572409 (79’53”). 2010
Reinbert de Leeuw opperde onlangs: ‘Er zijn componisten die proberen de stilte een enorme betekenis te geven’ en haalt dan de voorbeelden van het omgekeerde bij 4’33’ van Cage en het belang van de Generapause in Malipiero’s beide orkestwerken Pause de silenzio uit 1917 aan om te eindigen met het climactische voorbeeld van het moment totale stilte in het adagio van Mahlers Symfonie nr. 10.
Van Malipiero is bekend dat hij een hekel had aan lawaai en aan de algemene huidige kakofonie, vandaar dat hij zich graag op het platteland terugtrok. Het is niet zo verwonderlijk dat Pause del silenzio (onderbreking van de stilte) tijdens W.O. in 1917 werd gecomponeerd als een expressie van onvoorstelbare variatie.
Voor samenhang wordt gezorgd door een zevenmaal herhaald fanfaremotief, dat telkens een halve noot hoger klinkt. En zeven contrasterende, heel verschillende gemoedstoestanden inleidt. Dat geldt voor de eerste sectie. De tweede is verdeeld in vijf van die secties in termen van symfonische expressies.
Impressione dal vero (Indrukken van het leven) uit resp. 1910, 1915 en 1922 begint met impressies van drie vogels, de zwartkop, de specht en de vale uil. Maar het zijn sfeerbeelden uit de ochtendnevel en geen concrete vogels zoals bij Respighi, Stravinsky en Messiaen.
Muziek der sferen met mooie klanknabootsingen in een prachtige orkestratie. Het is muziek als uitdrukking van het gevoel van de natuur en her Italiaanse plattelandsleven dat de componist zo genoot plus die drie vogelbeelden (met een wilde tarantella, zoals die op Capri wordt gedanst) waar men best nog eens naar wil terugkeren, zeker als deze zo prachtig wordt uitgevoerd als door Francesco la Vecchia. Begrijpelijk wordt gemaakt waarom het ietwat raadselachtige Pause del silenzio wordt beschouwd als Malipiero’s beste orkestwerk.