CD Recensies

MOZART: SOGNO DI SCIPIONE, IL, PAGE

Mozart: Il sogno di Scipione KV. 126. Chiara Skerath (s., Licenza), Soraya Magi (s., Fortuna), Klara Ek (s., Costanza) Stuart Jackson (t., Scipione) Krystian Adam (t., Publio) en Robert Murray (t., Emilio) met het Classical Opera koor en -orkest The Mozartists o.l.v. Ian Page. Signum SIGCD 499 (1u. 48’14”). 2016 

 

In het libretto van Metastasio vinden we Scipione rond 150 jaar voor Chr. in Afrika waar de Romeinse generaal gast is in het paleis van zijn bondgenoot Massinissa, de koning van Numidia (het huidige Tunesië). Wanneer hij daar in een diepe slaap raakt, droomt hij dat de allegorische gestaltes van Fortuna (geluk) en Costanza (standvastigheid) in het Elysium voor hem verschijnen en vragen of hij een van hen voor de rest van zijn leven als gezellin wil kiezen.

Mozart schreef deze opera in 1771 als een eerbetoon aan zijn broodheer, de prins aartsbisschop Sigismund Schallenbach, maar omdat die overleed voordat het werk in het voorjaar 1772 in première ging, moest hij diens naam in het laatste recitatief veranderen in die van zijn opvolger Hieronymus Collorredo. 

Wat aan het werk ontbreekt, zijn de ensembles die Mozarts late opera’s zo verlevendigen en verder is ook het contrast tussen vier stemsoorten gering. Drie sopranen en drie tenoren geven onderling weinig differentiatievermogen.

Maar de frisse, jonge stemmen van de zes solisten die hier optreden, vergoeden veel van dat gemis. Ze beschikken over virtuoze mogelijkheden, maar tonen ook veel karakter, charme en esprit in de meest elegante muziek. In de da capo aria’s is gezorgd voor iets andere accenten in de herhalingen.

De zwaarste last torst Stuart Jackson in de titelrol die hij dramatisch invult, zoals voor l blijkt in het lange begeleide recitatief bij zijn ontwaken. Het kleine, van oude instrumenten voorziene orkest zegt voor pittige, stijlvolle ondersteuning.

Met zijn reeks opnamen van de vroege opera’s van Mozart heeft Ian Page veel eer ingelegd. Zo ook hier. Er bestaan wel eerdere opnamen van deze opera van Leopold Hager (Philips 422.531-2) en Gottfried von der Goltz (Astrée E 8813), waarvan zeker laatstgenoemde een heel goede indruk maakt dankzij de inbreng van Malin Hartelius, Lisa Larsson, Christine Brandes en Bruce Ford, toch is er alle aanleiding om de voorkeur te geven aan de jeugdige nieuwkomer.