CD Recensies

MOZART: PIANOCONCERTEN (COMPLEET), VAN IMMERSEEL, SOFRONITSKY

Mozart: Pianoconcerten nr. 5 in D KV. 175, 6 in Bes KV. 238,  8 in C KV 246 ‘Lützow’, 9 in Es KV 271 ‘Jeunehomme’, 11 in F KV. 413 12 in A KV 414, 13 in C KV 415, 14 in Es KV 449, 15 in Bes KV. 450, 16 in D KV. 451, 17 in G KV. 453, 18 in Bes KV. 456, 189 in F KV. 459, 20 in d KV. 466, 21 in C KV.467 22 in Es KV. 482, 23 in A KV. 488, 24 in c KV. 491, 25 in C KV. 503, 26 in D KV. 537 ‘Krönungskonzert’. 27 in Bes KV 595; Rondo voor piano en orkest in A KV. 383. Jos van Immerseel met Anima Eterna. Channel Classics CCSBOX 10, CCS SEL 6818 (10 cd’s, 9u. 32’27”). 1992

Mozart: Klavecimbelconcerten nr. 1 in F LV. 37, 2 in B KV. 39, 3 in D KV. 40, 4 in G KV. 41; Klavecimbelconcerten naar J.C.Bach in D KV. 107/1, G KV. 107/3 en 3 in Es KV 107/3; Pianoconcerten nr. 1-27; Rondo in D KV. 382 en A KV 386. Viviana Sofronitsky (kl, fp), Linda Nicholson (fp) en Mario Aschauer (fp) met het Musica Antiqua Collegium Warschau onder Tadeusz Karolak. Pro Musica Camerata 041/051, Et’cetera KTC 1424 (11 cd’s, 12u., 01’10”). 2006 

De heruitgave van Van Immerseel en de niet eerder gesproken uitgave van Sofronitsky bieden een welkome aanleiding om anno januari 2019 even globaal de discografische toestand van de ‘volledige’ Pianoconcerten van Mozart te overzien. Volgens de algemene opvatting bevatten deze concerten veel van zijn beste muziek. Hij schreef ze voor zichzelf en maakte er heel persoonlijke uitingen van waaruit vaak zijn diepste gevoelens spreken. Dat gaat van opgewekte jeugdige elegantie via Sturm und Drang tot diepe introspectie.

Daarom is het misschien geen gek idee wanneer solist en dirigent in één persoon zijn verenigd. Edwin Fischer toonde dat al in 1936 aan (EMI) en na hem Geza Anda (DG), Daniel Barenboim (EMI), Vladimir Ashkenazy (Decca) en Murray Perahia en als een der besten rond 1980 (Sony 82876-2 en 87230-2) András Schiff met dirigent Végh (Decca 448.140-2) behoort ook tot de uitverkorenen in de gangbare traditie. 

En dan zijn daar de ‘authentieken’, vertegenwoordigd door Robert Levin met  Hogwood (Oiseau Lyre), Malcolm Bilson met John Eliot Gardiner (Archiv 431.211-2) en dus Van Immerseel. Daarbij sloot Ronald Brautigam zich met de Kölner Akademie onder Michael Alexander Willens (BIS van SACD 1794 tot SACD 2094) in elf delen aan. Hij nam zijn de concerten nr. 1-4 en het Dubbel- en Tripelconcert op, maar nr. 7 ontbreekt.

Terecht is bij de meeste volledige opnamen het eerste viertal concerten achterwege gelaten, want dat bestaat uit arrangementen van andermans werken. Nr. 1 in F KV 37, 2 in B KV. 39, 3 in D KV. 40 en 4 in G KV. 41 horen eigenlijk ook op een klavecimbel terecht. En dan zijn er nog de drie Klavecimbelconcerten naar J.C. Bach KV. 107 nr. 1-3. Ook het Rondo in A KV 386 mankeert nogal eens.  

Van Immerseel koos voor dit project een door Christopher Clarke gebouwde replica van een Anton Walter instrument - een bouwer die zeer werd hooggeacht door Mozart vanwege zijn zangerige klank) - uit de jaren 1780. Het instrument stond keurig tussen de tegenover elkaar opgestelde eerste en tweede violen en de opname geeft het nogal directe perspectief vanaf de dirigentpositie in overeenstemming met een opmerking van E.T.A. Hoffmann die Mozarts Pianoconcerten ’symfonieën met piano obbligato noemde).

Erg subtiel speelt Van Immerseel niet, eerder nogal robuust. Hij huldigt een vrij directe, op-de-man-af stijl die ook blijkt in zijn fasering, maar is wat beperkt in de kleuring en dynamische contrasten. Dat wreekt zich het meest in de langzame delen waarin het wat aan bevalligheid ontbreekt. Soms zorgt hij voor mooie eigen, soms ook dubieuze cadensen.

De enige die echt alles, te beginnen met de eerste werken uit 1765, de arrangementen en inclusief het Dubbelconcert nr. 10 in Es KV 365 en het Tripelconcert in F KV. 242 opnam, is de Poolse klaveciniste/fortepianiste Viviana Sofronitsky (met Linda Nicholson en Mario Aschauer met het Musica Antiqua Collegium Warschau onder Tadeusz Karolak.

Sofronitsky speelt op een McNulty kopie van een Walther piano (ook Brautigam gebruikte er zo een). Ze doet dit heel stijlvol en wordt sympathiek begeleid. Alleen al daarom, maar ook omdat Et’cetera uniek is in de volledigheid van het materiaal, krijgen Sofronitski en haar partners een warme aanbeveling mee.