Mondonville: Pièces de clavecin avec voix ou violon op. 5 nr. 1/9; Sonate voor viool en klavecimbel in F op. 3/2. Edit Károly (s), Balázs Bozzai (v) en Miklòs Spányi (kl).Hungaroton HCD 32237 (66’44”). 2004
Op een klavecimbel kunnen melodie, baslijn en akkoorden tegelijk worden gespeeld. Zo bezien is een solowerk al een trio, maar toch krabbelden componisten er van oudsher graag een extra partij bij. Het waren meest eenvoudige, begeleidende partijen die weinig aan de compositie toevoegden en er werd ook vaak geen bladmuziek van gedrukt. Bovendien had je er iemand extra voor nodig.
Wat wel ging, was de klavecinist die zelf meezong. Dat was vermoedelijk het idee van de Franse barokcomponist Jean-Joseph Cassanéa de Mondonville (1711 - 1772) schreef zijn negen Pièces de clavecin avec voix ou violon in 1748.
Hij gold in het midden van de achttiende eeuw als de belangrijkste opvolger van Rameau. In deze best wel belangrijke Pièces speelt het klavecimbel duidelijk de hoofdrol en zijn de vocale partij, die desnoods ook door een fluit kan worden ingevuld en de vioolpartij nogal ondergeschikt. Mogelijk schreef Mondonville de zangpartij voor zijn virtuoze echtgenote.
Die zangpartij heeft iets Franse declamatorisch en iets Italiaans melodisch.
De cd bevat tot slot ook een elegante Vioolsonate in Italiaanse stijl.
De Hongaarse klavecinist Miklòs Spányi doet de muziek volkomen recht en ook violist Balázs Bozzai doet erg zijn best. Gelukkig is de sopraan Edit Károly een stuk beter dan Shannon Mercer met haar wat schrille stem en een storend vibrato op de enige alternatieve opname (Analekta AN 29920).