Mahler: Symfonie nr. 1 in D; Webern: Im Sommerwind. SWR Omroeporkest Baden-Baden en Freiburg o.l.v. François-Xavier Roth. Hänssler 93.294 (76’16”). 2011
Mahler: Symfonie nr. 3 in d. Sara Mingardo (a), jongenskoor van de Keulse Dom en Schola Heidelberg met het Gürzenich orkest Keulen o.l.v. François-Xavier Roth. Harmonia Mundi HMN 90.5314/5 (2 cd’s, 93’23”). 2018
Mahler: Symfonie nr. 5 in cis, Gürzenich orkest Keulen o.l.v. François-Xavier Roth. Harmonia Mundi HMM 90.6285 (70’42”). 2017
In 2011 begon François-XAvier Roth eerst in Zuid-Duitsland en daarna in he noordelijker Rijnland aan wat gaat lijken op een Mahlercyclus. Daarin verschenen tot begin 2019 drie opnamen, met nr. 3 als nieuwste, dus is het goed ons daarop even te concentreren.
Het is de langste van de negen voltooide symfonieën en het werk ontstond in 1896. Het grootse eerste deel had de titel ‘Pan erwacht… Der Sommer marschiert ein’ en doet even denken aan het thema van de op Beethoven geïnspireerde finale van Brahms’ Symfonie nr. 1, waarna nog aan verschillende andere muziekstijlen wordt herinnerd.
De opwindende marssequens klonk het toenmalige publiek vulgair en banaal in de oren, maar wordt gevolgd door een teer en sierlijk tweede deel (Was mir die Blumen auf der Wiese erzählen) en een scherzo-achtig derde deel (gebaseerd op een van de Wunderhorn liederen, ‘Ablösung im Sommer’, wat hier ‘Was mir die Tiere im Wald erzählen’ met prachtige klanken van een posthoorn achter de coulissen.
In het mysterieuze vierde deel (Was mir der Mensch erzählt) is in de altsolo een tekst van Nietzsche verwerkt en het vijfde deel bevat de tekst van ’Es sungen drei Engel’ uit Wunderhorn, aangepast voor kinderkoor plus de altsolo ‘Was mir die Engel erzählen’. Het verheven langzame laatste deel ‘Was mir die Liebe’ erzählt’ is echter puur orkestraal en sluit een indrukwekkend visioen van Mahler af.
Wie de vernieuwende, originele trend in de imposante vertolkingen van Roth met zijn eigen orkest, Les siècles, kent en bewondert zal mogelijk hoge verwachtingen hebben van zijn Mahler. Natuurlijk laat hij heel mooie dingen horen, maar aan wat vóór hem op dit gebied door dirigenten als Abbado met Anna Larsson (DG 471.505-2), Jansons met Bernarda Fink (RCO Live 14237) en Bernstein met Christa Ludwig (DG 427.328-2) en eventueel nog door Maureen Forrester en Haitink (Philips 420.113-2) zeker zo idiomatisch werd gedaan, kan hij niet geheel doen vergeten. En Sara Mingardo in beter in Caccini, Vivaldi, Händel en Pergolesi dan in Mahler.
Weberns Im Sommerwind hoor ik ook liever logischer gekoppeld van Boulez (DG 447.099-2).