Mozart: Strijkkwintetten nr. 1-6. Harald Schoneweg (va) met het Klenke kwartet. Accentus ACC 80467 (3 cd’s, 2u., 45’03”).
Het uit Annegret Klenke en Beate Hartmann (v), Yvonne Uhlemann (va) en Ruth Kaltenhäuser (vc) bestaande Klenke kwartet versterkt zich met altviolist Harald Schoneweg om de zes Strijkkwintetten van Mozart te kunnen opnemen.
Het vroeg ontstane kwintet in Bes KV 174 en het kwintet in c KV 406, dat een commerciële bewerking is van de Serenade voor blazers in dezelfde toonaard vormen de opmaat voor de vier volgende meesterwerken.
Onmiddellijk richtte ik me op het prachtige nr. 4 in g met zijn grootse beginthema dat nog tijden doorspookt in de geest. Het wordt hier wat onachtzaam gespeeld.
Harald Sconeweg laat met zijn inbreng geen moment twijfel dat Mozart een goede keus deed met een tweede altviool in plaats van een tweede cello zoals Boccherini in zijn vele kwintetten en Schubert in zijn enige deed.
Binnen de groep heersen democratische, gelijkberechtigde principes, al zijn er momenten dat Annegret Klenke even prominent naar voren treedt maar verder domineert geen van de vijf musici, iedereen levert mooi zijn (in dit geval dus ook haar) bijdrage en er wordt verbeeldingsvol gespeeld.
Of het ’t dominante aandeel vrouwen bij de uitvoerenden is dat deze zo fijnzinnig maakt of is dat omdat ze historiserende principes volgen? Het draagt ook bij aan de transparantie. De tempi zijn vlot, de dynamische verhoudingen niet voortdurend.
Wie aan de hand van wat vergelijkingen zijn voorkeur wil bepalen, zou te rade kunnen gaan bij Nobuko Imai en het Orlando kwartet (BIS 9046), Cecil Aronowitz en het Amadeus kwartet (DG 477.5346) en Philip Dukes met het Nash ensemble (Hyperion CDA 67861/3).