CD Recensies

MONTEVERDI: SELVA MORALE E SPIRITUALE

Monteverdi: Selva morale e spirituale. La Venexiana o.l.v. Claudio Cavina. Glossa GCD 920943 (3 cd’s, 3u., 27’44”). 2005

De naam van de verzameling laatste werken uit 1640 van Monteverdi onder de titel Selva morale e spirituale betekent eigenlijk ‘moreel en spiritueel woud’. Het laat ons de componist op zijn meest onderzoekende manier horen en is de culminatie van zijn drie decennia activiteit als leider van de San Marco in Venetië waar hem een uitstekend orkest en een bijzonder goed koor met veertig leden ter beschikking stond.

In deze bundeling van werken is van alles terug te vinden, van intieme solo biechten tot grootse ensembles. Dat het geheel niet zo vaak integraal aan bod komt, ligt aan de omvang van zo’n veertig bij en de grote verscheidenheid daarvan.

Sommige zijn van vrij vroege datum, vele zijn uit de mysterieuze jaren dragen na de Vespers uit 1610 en sommige uit de late periode. Daarmee wisselt ook de stijl sterk van de zuiverste academische polyfonie van de stile antico tot de bewerkelijke concertante en extroverte muziek met briljante instrumentale gedeelten.

In feite is dit de heruitgave van Glossa GCD 920914 toen deze beroemd geworden opname werd gemaakt tijdens de Semana het Musica Religiosa Fesival in het Spaanse Cuenca uit 2005 met als deelnemers o.a. Rossana Bertini, Giuseppe Maletto, Sandro Haglia en Daniele Carnovich. De muziek wordt niet in chronologische volgorde van de gedrukte uitgave uitgevoerd maar op een manier die volgens de dirigent logischer is. Zo bevatten de eerste twee schijfjes elk een Vespers omdat Monteverdi ook twee, soms zelfs drie versies van Dixit Dominus, Confitebor, Beatus vir, Laudate pueri, Laudate Dominum, Magnificat en Salve regina verzorgde.

Het programma op de derde cd bestaat grotendeels uit materiaal rond de Missa a 4 en bevat zelfstandige misdelen. Zo ontstond een grootse Mis die mogelijk 21 november 1631 geklonken zou hebben ter viering van het einde van de pestepidemie in Venetië.

Natuurlijk zijn er meer heel mooie opnamen van dit omvangrijke opus. Wie wil vergelijken, moet vooral luisteren naar Junghänel (Harmonia Mundi HMC 90.1718/20) en Alessandrini (Naïve OP 30557).