Mendelssohn: Cellosonates nr. 1 in Bes op. 45 en 2 in D op. 58; Variations concertantes op. 17; Albumblad; Lied ohne Worte in D op. 109. Guadalupe López-Íñiguez (vc) en Olga Andryushchenko (p). Alba ABCD 434 (62’22’). 2018
Makkelijk dat alle tussen 1829 en 1843 geschreven werken voor cello en piano van Mendelssohn goed op één cd zijn onder te brengen. Dat is ook eerder door heel wat anderen gedaan, zoals door Isserlis en Tan (RCA 09026-62553-2), Natalia Gutman en Elisso Wirsaladze (Vogue 651017), Richard Lester en Susan Tomes (Hyperion CDA 66478), Christian Poltéra en Ronald Brautigam (BIS SACD 2187).
Intussen is er een vraagje. Welke rol speelde de rondreizende Franse celliste Lise Cristiani (1827-1853) voor Mendelssohn? Ze moet de eerste celliste van formaat zijn gewest. Hij droeg het Lied ohne Worte op. 109 op 18-jarige leeftijd aan haar op en voerde het dat jaar 18 oktober met haar in Leipzig uit. Hoe zal dat hebben geklonken?
Misschien wat meer in de geest van deze nieuwe opname. Het bijzondere daarvan is namelijk dat Olga Andryushchenko de begeleiding speelt op een Érard vleugel uit 1862. Guadalupe López-Íñiguez heeft een Franse cello van Claude Perray uit 1725 in handen. Als eerste stap richting ‘authentiek’.
Samen zorgt het duo voor heel spirituele vertolkingen waarin de piano sprankelt en de cello afgezien van een incidenteel intonatieprobleem warm en vol glans te horen is. Luister maar eens naar wat de twee maken van het tweede deel van sonate nr. 1 dat tegelijk scherzo en langzaam deel is, wat goed wordt gekarakteriseerd en hoe de Variations concertantes met een mengeling van panache en subtiliteit een mooi aanzien krijgen. Ook de hoekdelen van sonate nr. 2 klinken heel spontaan.