Molique: Kwintet voor fluit, viool, 2 altviolen en cello in D; Introduction, andante en polonaise voor fluit en piano op. 43; Duo concertant voor fluit en viool in G; Pianokwartet in Es op. 71. Parnassus Akademie. MDG MDG 303-2132-2 (72’12”). 2018
Wie zich informeert over het oeuvre van ondanks zijn verwarring wekkende naam volbloed Duitse romantische componist Bernhard Molique (1802 - 1869) zal zien dat zich onder zijn 72 opus nummers voornamelijk veel kamermuziekwerken bevinden. MDG heeft de nobele taak op zich genomen om deze alle op te nemen. Een begin werd gemaakt het de hier eerder besproken beide Pianotrio’s (MDG 303-2116-2).
Eigenlijk rustte zijn faam op het feite dat hij in zijn tijd een gevierde vioolvirtuoos was en veel voor dat instrument schreef. Anton Steck naam nr. 3 en 6 op (Accent ACC 24247). Het feit dat hij lang in Engeland verbleef heeft zijn blijvende roem niet geholpen, maar hij werd wel geprezen door Mendelssohn en Berlioz.
Zijn muziek blijkt geheel in de traditie van midden negentiende eeuw te staan; dat mede werd gevormd door zijn tweejarig verblijf in Wenen. Molique verstaat de kunst om in ensemblewerken alle betrokkenen een gelijkwaardige rol te geven. Dat blijkt uit de vier heel gevarieerde composities op deze cd, die zeker in het Fluitkwintet (met curieus genoeg een tweede altviool in plaats van een tweede viool, wat de totaalklank wat donkerder maakt) waarin de verschillende instrumenten levendig met elkaar converseren. In dit geval zijn dat de leden van het Parnassus ensemble Helen Drabinghaus (fl), Julia Galič (v), Paul Pesthy (va), Bertram Jung (va), Michael Groß (vc) en Kerstin Mörk (p). Daarbij valt de zwaarste taak toe aan Helen Dabringhaus, waarschijnlijk de dochter van een der oprichters van get NDG label.
Op genuanceerde, gevoelige manier wordt Molique recht gedaan in deze plezierige muziek en de luisteraar krijgt heel wat mee van deze speelvreugde. En dan nog te bedenken, dat de meeste stukken vermoedelijk voor het eerst op cd verschijnen. Wel bestond van Introduction, andante en polonaise al een georkestreerde versie mat Burkhard Glaetzner en het Berlijns symfonie orkest onder Peter Claus Peter Flor (Capriccio 10.281) uit 1990.