Martinů: Het epos van Gilgamesh H. 351. Lucy Crowe (s., courtisane), Andrew Staples (t.), Derek Welton (b), Jan Martinik (bs) en Simon Callow (verteller) met het Praags filharmonisch koor en het Tsjechisch filharmonisch orkest o.l.v. Manfred Honeck. Supraphon SU 4225-2 (51’08”). 2017
In 1955 schreef Bohuslav Martinů (1890 - 1959) zijn oratorium Het epos van Gilgamesh voor solisten, verteller, gemengd koor en orkest toen hij in Nice was voor zijn vriend en weldoener Paul Sacher in Bazel. Daarmee voegde Gilgamesh zich bij andere twintigste eeuwse pogingen om het oratorium uit de barok succesvol te laten herleven. Honegger ging hem daarin in 1921 voor met Le roi David, Stravinsky in 1927 met Oedipus Rex, Walton in 1931 met Belhasszar’s feast en Britten in 1948 met St. Nicolas.
Al die werken hebben iets ritueels en cultiveren op tamelijk afstandelijke wijze op nogal archaïsche wijze iets uit een ver verleden. Martinů stelde zijn compositie samen uit een Sumerisch verhaal in een nogal hoogdravende vertaling van de Engelse archeoloog Reginald Campbell Thompson omdat hij meende dat het in het Engels gezongen werk meer kans op internationaal succes had dan met een Tsjechische tekst. Hij verdeelde zijn compositie over drie delen: ‘Gilgamesh’, ‘De dood van Enkidu’ en ‘Aanroeping’.
Zelf was de componist niet erg religieus en Gilgamesh sprak hem waarschijnlijk als geschikt onderwerp omdat het past in humanistische pogingen om zich te verdiepen in leven en dood en betekenis te geven aan het leven.
De handeling is vrij vaag. Enkidu is een van modder gemaakte herder die alleen tot leven komt wanneer een courtisane hem tot seks verleidt. Nadat Enkidu zo zijn onschuld heeft verloren, valt hij in een felle strijd Gilgamesh aan, maar later raakt het tweetal bevriend. De ziekte en de dood van Enkidu raken Gilgamesh diep, omdat hij er niet in slaagt zijn vriend te redden en merkt dat er grenzen zijn aan zijn macht.
Juist omdat in het Engels wordt gezongen is deze uitvoering bijzonder. Lucy Crowe lukt het goed om in haar lastige rol als verleidster geloofwaardig te zijn. Simon Callow lukt het goed om het verhaal zonder overdrijving dramatiek te verlenen. Ook de mannenrollen zij naar behoren ingevuld en het aandeel van koor en orkest voldoet aan alle voorwaarden.
Het is niet goed voorstelbaar dat er betere opnamen van dit slechts driemaal op cd verschenen werk zijn.