Maconchy: Strijkkwartetten nr. 1-4. Hanson kwartet. Unicorn DKP 9080 (59’00”). 1989
Maconchy: Strijkkwartetten nr. 5-8. Bingham kwartet. Unicorn DKP 9081 (69’27”). 1989
Maconchy: Strijkkwartetten nr. 9-13. Mistry kwartet. Unicorn DKP 9082 (64’02”). 1999
Maconchy: Strijkkwartetten nr. 1-13. Hanson-, Bingham en -Misty kwartet. Regis Forum FRC 9301 (3 cd’s, 3u, 12’29”). 1989/90
De Engelse componiste Elizabeth Maconchy (1907 - 1994) is het waard om herinnerd te worden met haar van grote integriteit en bekwaam vakmanschap getuigende composities.
De kern van haar oeuvre wordt gevormd door de dertien Strijkkwartetten die werden geschreven tussen 1933 en 1984. Opvallend daaraan is dat ze als 26-jarige met het Strijkkwartet nr. 1 als op het platteland opgegroeide jonge vrouw al meteen een eigen stem toonde die ze geleidelijk in harmonisch en structureel opzicht steeds duidelijker liet horen. Vaak ontstaan haar motieven uit eenvoudige cellen. In ritmisch opzicht zijn haar kwartetten het meest verwant met Bartók.
Hoogtepunten zijn nr. 5 en 6. Het driedelige Strijkkwartet nr. 13 heeft de titel Quartetto corto en duurt niet langer dan 7’40”. In totaal zijn bij dit project twaalf musici betrokken. Peter Hanson en Iris Juda (v), Douglas Paterson (va) en Lionel Handy (vc) van het Hanson kwartet, Stephen Bingham en Mark Messenger (v), Brenda Stewart (va) en Miriam Lowbury (vc) van het Bingham kwartet en Jagdish Mistry en Charles Stewart (v), Caroline Henbest (va) en Susan Monks (vc) van het Mistry kwartet. Allen samen zorgen voor heel representatieve uitvoeringen, maar het Bingham kwartet verdient extra lof omdat het in de laatste jaren van de componiste nauw met haar samenwerkte.