Mendelssohn: Lieder ohne Worte nr. 1-6 op. 19b, nr. 7-12 op. 30/1-6, nr. 13-18 op. 38/1-6, nr. 19-24 op. 53/1-6, nr. 25-30 op. 62/1-6, nr. 31-36 op. 67/1-6, nr. 37-42 op. 85/1-6, nr. 43-48 op. 102/1-6. Stéphane de May. Pavane ADW 7591/2 (2 cd’s, 2u., 08’20”). 2019
Onder Mendelssohns bewonderaars waren zijn 48 Lieder ohne Worte van de middenklasse amateur tot koningin Victoria van Engeland heel populair. Hoewel ze goed door een amateur zijn te spelen, vormen ze zelfs nog voor professionele musici een uitdaging. Sommige van deze stukken hebben een duidelijk eigen karakter, zoals de gondel- en spinneliederen, maar de rest heeft een nogal abstract karakter, Mendelssohn droeg zijn leven lang aan het genre bij.
Om deze woordloze liederen goed te vertolken, is een lichte aanslag en een subtiele klank gewenst, bovendien met de vertolker elk gevoel van sentimentaliteit proberen te vermijden. Een van de doeleinden van Mendelssohn was, opvallend genoeg, het herstellen van de waardigheid van het pianospel in zijn tijd omdat het zo werd gedomineerd door virtuoos gepronk.
Daniel Barenboim (DG 423.931-1, 453.961-2, 2 cd’s) behoorde tot de weinigen die ze alle 48 compleet opnam. Lang genoot zijn opname uit 1973 de voorkeur. Hij vindt nu Stéphane de May naast zich met mooie, vrij vluchtige vertolkingen die na de monojaren mooier van klank zijn. Ze zijn ook gemoedelijk van aard en bezitten persoonlijkheid op deze heel nuttige en welkome dubbelaar. Andere fijne cd’s van Ronald Brautigam (BIS CD 1982) en Roberto Prosseda (Decca 476.6796) waren niet van het gehele bestand.