Malipiero: Symfonie nr. 6 ‘Degli archi; ‘Ritrovari’; ‘Serenata mattutina’; ’Studi’ nr. 1-5. Orkest van de Italiaans-Zwitserse omroep Lugano o.l.v. Damian Iorio. Naxos 8.574173 (58’32”). 2017
De Italiaanse componist Gian Francisco Malipiero (1882 - 1973) had een wat merkwaardige verhouding tot de Symfonie als vorm. Hij stond nogal vijandig tegenover de Duits/Oostenrijkse traditie en hoewel hij in totaal zeventien ’symfonieën’ schreef, nummerde hij er daarvan slechts elf. Hij begon ook pas een symfonie te schrijven toen hij vijftig was (in 1933). Daarvoor componeerde hij de Sinfonia degli eroi (1905), Sinfonia del mare (1906) en Sinfonia del silenzio e della morte (1910).
Later in zijn leven veranderde hij van mening en ging hij zijn Symfonieën een nummer geven. Over nr. 6 zei hij: ‘Men zou het een Concerto grosso kunnen noemen, maar de vier delen zijn doorontwikkeld en bezitten daardoor een echt symfonisch karakter’.
Het werk maakt meteen indruk met zijn heldere melodielijnen en zijn energie. Het werk uit 1947 valt verder op door een mooi, wat triest langzaam deel en een bruusk derde deel. De tien minuten durende finale is het langst.
De Symfonie is gecombineerd met een vroeg werk, ‘Ritrovari’ (een fantasienaam) uit 1926 en een later, de ‘Serenata mattutina’ uit 1959. ‘Ritrovari’ is een markante compositie met vijf secties die door de componist zijn omschreven als: ’oorlogszuchtig’, strijdig, vol haat’, ‘treurmars’, ‘eenzaamheid en droefenis’, ‘een onsterfelijke drang naar wraak, bevrijding en glorie’. Dit in gegoten in neoklassieke stijl.
De ‘Serenata mattinata’ uit 1959 is geschreven voor een kamerorkest met fluit, hobo, klarinet, 2 fagotten, 2 hoorns, twee altviolen en celesta. Deze klonk voor het eerst bij het invallen van de duisternis in het San Francisco klooster in Sorrento.
De vijf ‘Studi’ uit hetzelfde jaar zin orkestraties van vroegere pianowerken en minder interessant. Damian Iorio toont veel begrip voor de muziek van Malipiero en weet dat zeer goed op het orkest over te dragen.