Mascagni: Il piccolo Marat. Frédéric Vassar (bs., L’Orco), Susan Neves (s., Mariella), Daniel Galvez Vallejo (t., il piccolo Masrat), Christa Pfeiler (ms., La pricipessa di Fleury), Sigmund Cowan (b., Il soldato) e.a. met het Groot omroepkoor en het Radio Symfonie orkest o.l.v. Kees Bakels. Bongiovanni GB 2168/9-2 (2u., 05’34”).1992
In September 2020 ter viering van de zestigste verjaardag van de ZaterdagMatinee vond een concertante uitvoering van Mascagni’s Il piccolo Marat plaats.
Volgend op het fenomenale succes van Cavalleria rusticana in 1889 schreef de componist nog binnen tien jaar de opera’s L’Amico Fritz (1891), I Rantzau (1892), Guglielmo Ratcliff (1895), Silvano (1895), Zanetto (1896) en Iris (1898). Aan het begin van de twintigste eeuw werd het tempo wat langzamer. Maar er volgden nog Le Maschere (1901), Amica (1905), Isabeau (1911), Parisina (1913), Lodoletta (1917), Il piccolo Marat (1921), Pinotta (1932) en tot slot Nerone (1935).
De meeste daarvan raakten snel in vergetelheid, vaak op grond van slechte libretti en onvoldoende inspiratie van de componist. Maar met die uitvoering en deze opname achter de hand, rijzen daaraan twijfels.
Il piccolo Marat op een libretto van Giovacchino Forzano speelt zich af tijdens de Franse revolutie en handelt over een prins (de kleine Marat) die zich voordoet als een revolutionair om zijn moeder en zijn droomvrouw te kunnen redden van de guillotine. Het is hetzelfde thema als in Beethovens Fidelio met de vertegenwoordiger van het ‘kwaad’ in de persoon van L’Orco. Onder de gevangen van hem bevindt zich prinses Fleury, wier zoon pretendeert zich aan de sluiten bij de revolutionairen, de ‘Marats’ om toegang tot haar te krijgen en haar te bevrijden. Maar op weg naar dat doel wordt hij verliefd op de dochter van L’Orco, Mariella en wil hij ook haar redden. Het verhaal draait verder om de timmerman die wordt gedwongen om een middel te bedenken om een boot vol gevangenen in open water te laten zinken, maar zich tegen de revolutionairen richt. Hij is het die Fleury redt door L’Orco neer te slaan. Hij draagt hem, zelf gewond, weg naar de boot waar Mariella en Fleury’s moeder wachten om te vluchten.
Het is een meeslepend veristisch drama dat zware eisen stelt aan de zangers.
In 1962 werd met Nicola Rossi-Lemeni, Virginia Zeani, Anna Lia Bazzani en Afro Poli een opname van dit werk gemaakt (Cetra 50466.3246-2), maar ook in Utrecht vond in 1992 zo’n uitvoering plaats en die heeft genoeg kwaliteiten om met waardering herhaald beluisterd te worden.