Moesorgsky: Salammbo. Ludmilla Shemchuk (ms., Salambo), Gheorghiu Seleznev (bs., Matho), William Stone (b., Baleario, Spendius, Aminachar), Giorgio Surjan (b., Primo Sacerdote) e.a. met het koor van de Milanese omroep en het Milaans Symfonie orkest o.l.v. Zoltán Pesko. Cetra CDC 74 (2 cd’s, 1u. 25’38”). 1980

 

Je vraagt je af hoe de 24-jarige Moesorgsky erbij kwam om uitgerekend het moeizaam ontstane verhaal van Flauberts Salammbo uit 1862 op muziek te zetten. Het verhaal speelt zich tussen 241 eb 238 v.Chr. af Carthago, kort na de Eerste Punische Oorlog tussen Carthago en Rome. De huurlingen kwamen in opstand tegen Carthago omdat ze niet betaald werden voor hun diensten in de oorlog tegen de Romeinen. Een vreselijk kat-en-muis-spel ontstaat, waarin beide kanten wreedheden begaan. Tegen deze achtergrond ontspint zich het verhaal van de liefde tussen Matho, een van de leiders van de opstandelingen, en Salammbo. Zij wordt echter door haar vader Hamilcar uitgehuwelijkt aan de Nubische prins Narr'Havas om zijn steun in de opstand te verwerven. De opstandelingen worden verslagen. Matho wordt gevangengenomen en ter dood veroordeeld. Salammbo verkiest dan om te sterven in plaats van te trouwen.

Hij begon in 1863 aan de opera, waarvoor hij zelf het libretto schreef. Maar zoals vaker, maakte hij het werk niet af, orkestreerde het niet volledig en geen van zijn collega’s deed dit.

Hij gebruikte ook wat materiaal uit Boris Godoenov. Pesko maakte als enige een versie van deze opera en hij kwam met een mooi, betrouwbaar resultaat. Het orkest speelt zeker niet geweldig, maar de solisten zijn gelukkig heel goed. Vooral Ludmilla Shemchuk is een fantastische Salammbo en de andere zangers met hun lage stemmen fungeren ook naar behoren. Het wachten is op een nieuwe opname.