CD Recensies

MONTEVERDI: VESPRO DELLA BEATA VERGINE (BEW. BESTION)

Monteverdi: Vespro della Beata Vergine SV. 206 (bew. Bestion). Claire Lefilliâtre (s), Fiona McGown (ms), Eugénie de Mey (a), Francisco Nanalich (t), Sébastien Obrecht (t), Pierre-Antoine Chamien (t), Renaud Bres (bs) en Arnaud Richard (bs) met La tempête o.l.v. Simon-Pierre Bestion. Alpha ALPHA 552 (2u., 22’07”). 2018
 
Monteverdi’s Vespro della Beata Vergine verscheen tegelijk met zijn Missa in illla tempora in 1610 in Venetië. De aan paus Paulus V opgedragen publicatie was Monteverdi’s eerste grote bundel gewijde muziek. Waarschijnlijk schreef hij deze muziek gedurende een vrij lange periode - ze kan niet zijn geschreven met de San Marcon in het achterhoofd omdat de componist daar pas in 1613 als maestro di capella werd aangesteld.
Als geheel demonstreet het werk Monteverdi’s beheersing van twee tegengestelde technieken: de mis, gebaseerd op een motet van Nicolas Gombert, illustreert de stile antico, de traditionele manier van schrijven van polyfone kerkmuziek terwijl de vespers de stile moderne met instrumenten, sologedeelten en duetten tonen.
De combinatie van deze krachten en texturen in de Vespers zorgt voor een schitterende muzikale overdaad.
De Vespers zijn lang een problematisch werk geweest voor moderne geleerden en uitvoerenden. Monteverdi’s toonzetting omvat niet alleen de gebruikelijke psalmen, hymnen en Magnificat, maar ook enkele ‘gewijde concerten’ (Nigra sum, Pulchra es, Duo Seraphim en Audi coelum) die niet in de feitelijke liturgie thuis lijken te horen. Mogelijk waren de Vespers bestemd voor de Santa Barbarakerk in Mantua. Dat is althans de opvatting van Andrew Parrott in zijn opname (Virgin 56.1.662-2) waarin hij na de psalmen de gewijde concerten invoegt.
Andere tot nu toe uitverkoren opnamen zijn van Gardiner (Archiv 479.7176) en Pluhar (Virgin 641.994-2).
Van Simon-Pierre Bestion en zijn ensemble krijgen we vanuit de Notre Dame du Liban in Parijs echter heel wat anders te horen. Of de naam van het ensemble La tempête daarvan een voorbode is? Het werk heeft namelijk nog nooit zo stormachtig, fel, kleurig en opwindend geklonken als in de bewerking van de dirigent.
Dat gebeurt onder meer door toevoeging van een half dozijn ingelaste Gregoriaanse antifonen, vijf aardgebonden faux-bourdons, Frescobaldi’s Ricercar sopra Sancta Maria, Monteverdi’s Sonata sopra Sancte Maria en de uitbreiding van het begeleidend ensemble met harpen, theorbes, gitaren, een ghitarone en een shofar-achtig serpent.
De dirigent verdedigt zijn ingrepen als volgt: “I’m now convinced this music is oriented towards the Mediterranean, and towards the East. Even though it was already in decline, Venice was one of the two principal ports, with Genoa, that ruled over the Mediterranean. It looked towards …the silk trade, the Greek islands – Constantinople too. Venice hosted many merchant traders, Turks, Persians, also Sephardic Jews and Armenians…..the different popular traditions existed side by side, even influencing each other….I have simply tried to conjure up this whole wealth of traditions, and their mutual interchange”.
Om dit bijzondere resultaat te bereiken beschikt hij over voortreffelijke solisten als Claire Lefilliâtre en Fiona McGown (prachtig in Pulcra es) en een enthousiast met toewijding musicerend ensemble. Het is een heel overtuigende en meeslepende ervaring, een belevenis van jewelste die ook puristen zal aanspreken.