Martin: Celloconcert; Ballade voor cello en orkest; Dayer: Lignes d’est. Estelle Revaz met het Geneefs kamerorkest o.l.v. Arie van Beek. Solo Musica SM 345 (58’03”). 2020
De Franse, in Genève levende celliste Estelle Revaz wijdt zich met overgave aan de beide werken voor cello en orkest van Frank Martin. Dat vergt heel wat van haar inzet, want Martin was niet op zijn geïnspireerds toen hij in 1948 zijn Ballade en in 1966 zijn concert schreef alsof hij het bereik van het instrument onvoldoende kende. Gelukkig bezitten beide werken wel treffende momenten. In de Ballade zijn die van dramatische aard.Maar he Celloconcert klinkt nogal gelijkmatig en dat ligt niet aan de voortreffelijke soliste. Het werk is teveel samengesteld uit lange, lusvormige melodieën met hollende passages in 6/8 of fladderende pizzicato arpeggio’s.
Maar nogmaals: Estelle Revaz en Arie van Beek doen wat ze kunnen om beide werken zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen, maar kunnen de wat dunne substatie daarvan niet helemaal verbergen. Ze doen wat dat betreft in het Celloconcert niet onder voor Quirine Viersen (Et’cetera KTC 1290), Christian Poltéra (BIS SACD 1737) en Jean Decroos (Preludio PRL 2147).
Tot slot verrast Revaz ons met een gloednieuw werk van de eveneens Zwitserse Xavier Dayer (1972) die zijn Lignes d’est in 2020 schreef. Op de cd Musiques Frammont MGB CTS-M 82 uit 2005 is van hem een uitgebreid portret verschenen. Tristan Murail en Brian Ferneyhough behoorden in Parijs tot zijn leraren, dus in hun idioom is het 16’23” durende interessante werk te plaatsen.