CD Recensies

MAHLER: SYMFONIE NR. 4, HRUSA

Mahler: Symfonie nr. 4 in G. Anna Lucia Richter (s) met het Bambergs symfonie orkest o.l.v. Jakub Hrůša. Accentus ACC 3053-2 (56’27”). 2020
 
De Symfonie nr. 4 is de laatste van Mahler uit de Wunderhorn groep en een link terug naar de Symfonie nr. 3 gelegd door een citaat uit het vierde deel van dat werk in de finale van het vorige. Deze Symfonie hield hem van 1899 tot 1900 bezig, hoewel een van de delen al uit 1892 is. Dat betreft de toonzetting van ‘Das himmliche Leben’ waarmee de vierde Symfonie afsluit.
Niemand denkt bij de Tsjechische dirigent Jakub Hrůša meteen aan Mahler. Tot nu toe dirigeerde hij op cd vooral muziek van Dvorak, Krommer, Smetana, Suk, Novak, Tchaikovsky en Martinu, maar hier biedt hij ook een Mahler die de vergelijking met de mooiste vroegere opnamen van o.a. Abbado (DG 477.5574), Fischer (Channel Classics CCS SA 26108) en Gergiev (LSO Live LSO 062) heel goed kan doorstaan.
Hrůša’s verklanking heeft een levendige directheid, een sinistere vioolsolo in het tweede deel en vooral pittige climaxen in het scherzo en een mooi  teer, mild en zangerig langzaam deel met heel mooie klanken van de strijkers. Het dynamisch bereik is ruim en tot slot is daar een prachtige finale, die door de voortreffelijke Anna Lucia Richter (op weg mezzo te worden) mooi argeloos wordt gezongen alsof het een troostende balsem is. 
Het Bambergse orkest is met dit werk vertrouwd. In 2006 nam het deze Symfonie op met Mojka Erdmann en Jonathan Nott (Tudor 7151), maar de nieuwe versie bevalt beter.