CD Recensies

MIASKOVSKY: CELLOSONATES NR. 1 EN 2; CHANT DU MÉNESTREL E.A.

Miaskovsky: Cellosonates nr. 1 in D op. 12, 2 in a op. 81; Stukken voor cello en piano nr. 1 en 2 op. 20 Chant du ménestrel op. 71. Andreas Brantelid en Bengt Forsberg. Naxos 8.573985 (54’33”). 2019
 
Nikolai Miaskovsky (1881 - 1950) behoorde tot de Russische componisten die een norm stelde die voor Prokofiev en Shostakovitch een goed uitgangspunt vormde, Hij was een uitstekende vertegenwoordiger van de continuïteit in de Russische muziek en maakte al een grote naam vòòr de revolutie. Hij leefde ook lang genoeg om in 1948 slachtoffer te worden van de formalisme’ doctrine.
Hij hield consequent vast aan het idioom uit zijn jeugd en was nooit zo avontuurlijk als zijn vriend Prokofiev. Zijn belangrijkste bijdragen op kamermuziekgebied zijn de dertien Strijkkwartetten, het tweetal hier opgenomen Cellosonates en een Vioolsonate.
De beide Cellosonates komen van de uiteinden van de loopbaan van Miaskovsky; de eerste werd nog herzien in 1935 zodat we niet helemaal zijn eerste gedachten over het werk kennen. Het gaat om een tweedelig werk waarvan het eerste deel lyrisch is, in de geest van Rachmaninov. Het wordt gevolgd door een heel gevarieerd allegro appassionato dat door Andreas Brantelid en Bengt Forsberg stevig wordt aangepakt.
De Cellosonate nr. 2 behoort tot Miaskovsky’s laatste werken uit de tijd dat hij al ziek was. Van de drie delen zijn de eerste twee weer lyrisch, terwijl het derde vooral iets atletisch en virtuoos heeft.
De deugden van het spel van Andreas Brantelid en Bengt Forsberg worden snel duidelijk en nader onderstreept door hun innemende voordracht van het bekendere Chant du ménestrel.
Onder andere Marina Tarasova en Alexander Polezhaev (Olympia OCD 530), Kyril Rodin en Andrei Psarev (Arte Nova 74321-54464-2) en Micha Klinka en Jaromir Klepác (Praga PRD 25018-2) legden deze weken ook vast, maar zullen dat niet zoveel beter hebben gedaan.