CD Recensies

MANCINI: SOLI VOOR FLUIT, DE MARTINI

Mancini: Soli voor fluit en b.c. nr. 1 in d, 2 in e, 5 in D, 7 in C, 11 in g, 12 in G. Maria de Martini (blokfl) en Salvatore Carchiolo (kl). Da Vinci C 00365 (52’06”). 2020
 
Het is niet een van zijn 29 opera’s, 12 oratoria, ruim 200 cantates waarmee Francesco Mancini (1672 - 1737) nu nog gekend wordt, maar het zijn vooral de Blokfluitsonates waarmee we aan hem worden herinnerd. De vierdelige, in 1724 in Londen gepubliceerde sonates die waren opgedragen aan de Engelse consul in Napels, John Fleetwood,  suggereren een zekere dramatiek in het eerste deel, de rustieke in de vrij breed uitgesponnen middendelen en een zekere verwantschap met de dans in de finales.
Eerdere complete of gedeeltelijke opnamen hiervan van Gwyn Roberts (Chandos CHAN 0801) en Lorenzo Cavasanti (Brilliant Classics 94058) werden eerder in deze rubriek besproken, maar zeker niet iedereen zal behoefte hebben aan een volledige opname van alle twaalf.
Maria de Martini zorgt voor kostelijke resultaten en haar lieflijke toon en duidelijke cantabile stijl die vooral goed te pas komt in de aria-achtige langzame delen brengt een aangename warmte in Mancini’s nu eens vrij simpele, dan weer academisch complexe sonates. Heel fijn. Nog mooier was geweest als ze de klavecimbelpartij aan de b.c. kant had aangevuld met theorbe, gamba of luit,  maar reden tot klagen is het niet.