Molter: Sinfonia in C MWV.VII/13; Hoboconcert in g MWV.VI/22; Celloconcert in C MWV.VI/7; Fagotconcert in Bes MWV.VI/25; Fluitconcert in D MWV.VI/17; Vioolconcert in b MWV.VI/1 ; Ouverture in G MWV.III/5. Christopher Palameta (h), Vladimir Waltham (vc), Javier Zafra (fag), Anna Besson (fl) en Catherine Martin (v) met de Kölner Akademie o.l.v. Michael Alexander Willens. Ars Produktion ARS 38.252 (70’44”). 2017
In veel opzichten was het leven van Johann Melchior Molter (1696 - 1765) kenmerkend van dat van menige Duitse zeventiende- en achttiende eeuwse Duitse componist. Hij kreeg de eerste muzieklessen van zijn vader in Tiefort an der Werra in het huidige Thüringen. Hij ging in Eisenach naar het gym, werd lid van het plaatselijke koor en trad in 1717in dienst van de markgraaf van Carl Wilhelm van Baden Dürlach in Karlsruhe. Hij kon een studiereis naar Italië maken en bij terugkeer werd hij tot kapelmeester benoemd. Toen in 1733 de Poolse koning August de Sterke overleed, brak de Poolse Successieoorlog uit en verwachtte de markgraaf een Franse aanval. Hij hief zijn hof op en vluchtte naar Bazel, waardoor Molter werkloos werd. Maar hij had geluk en werd opnieuw benoemd in Eisenach. Dat duurde tot de dood van hertog Wilhelm Heinrich die geen kinderen had zodat het orkest in Eisenach werd opgeheven. Molter keerde terug naar Karlsruhe, waar de markgraaf was teruggekeerd en herkreeg in 1743 zijn oude positie.
Als componist stond Molter onder invloed van de Italiaanse en de Franse stijl. Met de Franse had hij al kennis gemaakt in zijn gymnasiumtijd, in contact met de Italiaanse kwam hij tweemaal tijdens reizen tussen 1719 en 1721, daarna nog eens in 1738.
Al die tijd stond hij in hoog aanzien en stond hij vrijwel op één lijn met Fux, Telemann en Mattheson. Als componist schreef hij muziek in vele genres, maar jammer genoeg gingen zijn meeste vocale werken verloren.
Op deze uitgave met de titel ‘Vergeten schatten’ nr. 12 staan als cd première een Sinfonia en een Ouverture in Franse stijl voor 2 hobo’s, fagot, 2, strijkers en b.c. plus in Ouverture 2 hoorns uit de Eisenachse periode. Het is een opvallende mix met slechts één Franse dans en voor de rest Italiaanse delen of karakterstukken. Het sterk aan Albinoni herinnerende Hoboconcert heeft ook een sterk Italiaanse inslag en dat geldt ook voor de overige concerten. Dat hij een Fluitconcert componeerde is waarschijnlijk om zijn broodheer te plezier. De markgraaf schijnt namelijk een goede fluitist te zijn geweest.
Gelukkig kan worden gemeld dat alle Keulse uitvoeringen (zoals gewoonlijk) heel stijlvol, kleurig en levendig zijn, alleen hadden in de concertante werken wat meer versieringen mogen worden aangebracht.
Molter behoorde ook tot de eersten die mooie concerten schreef voor de toen in opkomst zijnde klarinet. Van die Klarinetconcerten geeft Kari Kriikku op Ondine ODE 1056-2 eenstel mooie voorbeelden.