Montigny: Grands motets ‘Surge propera’, ‘Salvum me fac Deus’. Eva Tamisier (s), Coline Bouton (s), Charles d'Hubert (ct), David Tricou (ct), Pierre Perny (t), Clément Lanfranchi (t), Timothé Bougon (b) en Raphaël Marbaud met het Ensemble Antiphona o.l.v. Rolandas Muleika. Paraty PARATY 32126-2 (54’52”). 2019

 

Niet alleen Jean-Baptiste Lully, Marc-Antoine Charpentier, Henry Dumont, en Michel-Richard Delalande beoefenden in het Franse zeventiende en achttiende eeuwse muziekleven de kunst van het Grand Motet die onder het bewind van Lodewijk XIV zijn grootste bloeitijd als religieuze muziekvorm beleefde. Ze hebben groot ceremonieel en plechtig karakter en zijn geschreven voor solisten, koor en orkest op teksten die meestal uit de Psalmen komen.

Ook Joseph Valette de Montigny (1665 - 1738) liet zich op dit gebied niet onbetuigd en daar horen we hier twee goede voorbeelden van. 

‘Deze Valette is een van de wonderbaarlijkste componisten die we hebben en zijn muziek is al even verbazingwekkend’. Met deze woorden stelde de componist Sébastien de Brossard zijn collega Joseph Valette de Montigny aan zijn collega’s voor.

Desondanks behoort hij tot de vrijwel vergetenen en veel is ook niet over zijn achtergrond bekend. Hopelijk brengt de eerste opname van twee van zin Grands Motets daar verandering in. Met hun prachtige opname vullen de solisten, het Antiphona ensemble en zijn leider Rolandas Muleika duidelijk een leemte. Hun uitgave steunt op het voorbereidende werk van muziekwetenschapper Benoit Michel, die als het ware De Montigny herontdekte.