Mozart: Vioolconcerten nr. 3 in G KV. 216 en 4 in D Kv. 218; Vioolsonate nr. 21 in e KV. 304. Francesca Dego met resp. het Schots Nationaal orkest o.l.v. Roger Norrington en Francesca Leonardi (piano). Chandos CHAN 20234 (56’21”). 2021
Tijdens een lunch die werd gegeven bij de zeventigste verjaardag van de Engelse dirigent Thomas Beecham werden hem gelukstelegrammen van enige componisten voorgelezen. Toen het applaus wegstierf, vroeg de vaak geestige Beecham vriendelijk; ’Wat, niets van Mozart?’ Hij was dol op de componist omdat hij beweerde dat ‘Mozart een intimiteit, een manlijke teerheid, iets unieks, iets vertrouwelijks, iets aanhankelijks introduceerde’.
Aan die anekdote moest ik al luisterend naar de vertolkingen van beide Francesca’s en Norrington denken. Mozart schreef zijn Vioolconcert nr. 3 als negentienjarige, mogelijk voor zichzelf of zijn vader en hij zoekt (en vindt) avontuurlijker ideeën dan in beide voorgangers terwijl hij binnen de klassieke structuur blijft. Het werk heeft ook de nodige charme, ontleend aan zijn opera’s en serenades. Het is een feest aan mooie melodieën en het verstilde einde van de finale komt als een verrassing.
Francesca Dego weet al dit soort aspecten in te brengen in haar vertolking en in Roger Norrington vindt ze een ideale begeleider omdat deze gespecialiseerd is in de componist en ervaring meebrengt uit de ‘authentieke’ muziekwereld. Zorg voor evenwicht en precisie liggen in haar voordracht besloten, opnieuw in het Vioolconcert nr. 4 uit datzelfde jaar. Dego speelt heel alert, fraseert duidelijk en geeft kansen aan nuancen.
Als verrassing besluit ze met een Vioolsonate. Dit tweedelige werk ademt hier een treffende jeugdige geest. Even niet vergelijken met Grumiaux, Lin, Carmignola, Fischer, Steinbacher, Faust, Skride, Nosky et al, maar gewoon genieten. In de hoop dat ten minste ook de resterende concerten volgen met het fijne koppel Dego/Norrington.