Mendelssohn: Te Deum in D WoO. 29, MWV B 15; Hora est MWV B 18; Ave Maria op. 23/2, MVW B 19. Sonntraud Engels-Benz (org) met het Stuttgarts Kamerkoor o.l.v. Frieder Bernius. Hännsler HC 20034 (47’52”). 2020
Mendelssohn was niet kieskeurig als het erom ging geestelijke koorwerken te schrijven. Hij werd in en rijke Joodse familie geboren, maar op zevenjarige leeftijd in de Lutherse kerk gedoopt. Hij schreef ruim vijftig koorwerken, de meeste op Lutherse basis, maar had er geen bezwaar tegen om ook Latijnse teksten uit het R.K. ordinarium op muziek te zetten. Hij componeerde ook prachtige werken voor de voor de Anglicaanse liturgie en een prachtige Psalm 100 voor de Hamburgse synagoge.
Frieder Bernius koos werken uit die in verband staan met het lidmaatschap van de jonge componist met de Berliner Singakademie van Zelter. Kort nadat hij het motet Hora est had geschreven, wekte hij Bachs Matthäus Passion weer tot leven.
In zijn Te Deum laudamus eert hij de Heer in een grootse hymne. Sint Ambrosius schijnt de auteur van de tekst te zijn geweest, maar dat is nogal onwaarschijnlijk. Mendelssohn schreef dit werk in 1826 in twaalf delen voor acht solisten, twee koren en orgel.
Hora est was bedoeld als verjaarscadeau voor zijn zus Fanny in 1828 en Ave Maria, het tweede stuk uit op. 23, ontstond in 1830 tijdens een reis door Italië en daar het Vaticaan bezocht. Later voegde hij de orgelpartij toe aan dit gebed voor Maria dat wordt gezongen door tenor Jo Holzwarth.
Het Stuttgarts Kamerkoor zorgt voor oprechte, heldere en nauwgezette uitvoeringen van dit drietal werken, maar verleent er ook karakter en devotie aan. Sonntraud Engels-Benz vult fraai de orgelpartijen in.
Fijn om ook eens een andere kant van Mendelssohn te leren kennen.