CD Recensies

MENDELSSOHN: SYMFONIEËN NR. 1 EN 3, DAUSGAARD

Mendelssohn: Symfonieën nr. 1 in c op. 11 en 3 in a op. 56 ‘Schotse’. Zweeds kamerorkest o.l.v. Thomas Dausgaard. BIS SACD 2469 (66’26”). 2021 
 
De afgelopen jaren is een aantal frisse en weldoordachte opnamen van de vijf symfonieën van Mendelssohn verschenen. In feite begon die al met Claudio Abbado in 1985 (DG 415.353-2). De nieuwere DG opname van Nézet-Séguin (DG 479.7337) viel wat tegen omdat achter een gevoel van briljante uiterlijke glans wat weinig gevoel school. Veel overtuigender is John Eliot Gardiner (LSO  0826). Nog weer interessanter was Pablo-Heras Cassado met het Freiburgs Barokorkest (Harmonia Mundi HMC 90.2227/8) die voor de historiserende oplossing koos.
Sinds hij in 1997 aantrad als chef van het Zweeds kamerorkest heeft Thomas Dausgaard al gezorgd voor mooie afzonderlijk verschenen opnamen van symfonieën van Schubert, Schumann en Brahms. Logisch dat nu Mendelssohn aan de beurt is. Ook hij begint veelbelovend met frisse, levendige en transparante vertolkingen van de Symfonieën nr. 1 en 3. 
Symfonie nr. 1 begint geheel overeenkomstig de bedoeling in racetempo, maar Dausgaard houdt de teugels strak gespannen en het orkest reageert vlot, maar ook heel duidelijk en transparant klinkend met heel fraaie bijdragen van de blazers. Het langzame deel is zangerig, het menuet heeft pit, de finale élan. 
Vooral de ’Schotse’ symfonie biedt mogelijkheid tot velerlei expressie. Het werk werd in 1829 in Londen geschreven nadat hij in Schotland indrukken had verzameld van het ruige romantische landschap, de melancholieke volkswijsjes en het Holyrood paleis in Edinburgh. Hij werkte met tussenpozen wel tien jaar aan deze symfonie die pas in 1842 voor het eerst werd uitgevoerd. De fraaie thema’s worden goed uitgewerkt, de spanning wordt erin gehouden.
Dausgaard gaf wat Mendelssohn betreft in 2015 een mooie voorzet met zijn opname van de Midzmernachtsdroom met de sopranen Magdalena Risberg en Camilla Tilling, het Zweeds Kamerorkest en het Zweeds omroepkoor (BIS SACD 2166). Het zou niet verkeerd zijn wanneer deze opnamen uitgroeien tot een volledige orkestrale Mendelssohncyclus.